“We worden te laat boos op slecht bestuur. Toen de Centrale Bank werd geplunderd waren we niet boos…,toen hadden we boos moeten worden!”, zo sprak Financiën-minister Stanley Raghoebarsing vorige week donderdag in het parlement naar aanleiding van kritische opmerkingen vanuit het parlement over de naleving van de wet op de Jaarrekening.
BEP-fractieleider Ronny Asabina hekelde het feit dat de Centrale Bank en andere grote bankinstellingen en een verzekeringsmaatschappij sterk achterlopen met hun jaarrekeningen. Men is nu pas bezig met jaarrekeningen van 2020, een achterstand van twee jaar. Asabina vindt deze situatie niet goed voor de “outlook” van de Centrale Bank als de autoriteit belast met het toezicht en handhaving van de wet op de Jaarrekening. Hiermee is de wet een papieren tijger, aldus het oppositielid.
Hij bekritiseert het feit dat in het laatste jaarverslag van de Centrale Bank over het jaar 2019 van de externe accountant evenals de jaren ervoor een “oordeelsonthouding” heeft uitgesproken.
Oorzaak is slecht bestuur
In reactie hierop zei minister Raghoebarsing dat de oorzaak van de “oordeelsonthouding” van de externe accountant op de jaarverslagen van de Centrale Bank ligt in het slecht gevoerd bestuur van toen. “Toen moesten we boos worden. Toen de Centrale Bank geplunderd werd werden we niet boos”, sneerde de Financiën-minister terug. Volgens hem worden vandaag de zure vruchten geplukt van slecht gevoerd bestuur toen. Men had boos moeten worden toen er monetair gefinancierd werd en geld werd gedrukt. Nu de Centrale Bank een inhaalslag aan het maken is, en in de jaarverslagen komt te staan hoe er mismanagement is gepleegd, “dan wordt men boos. Maar men is te laat boos”.
Het was bovendien niet zo dat de waarschuwingen toen niet zijn gegeven, ook in het parlement. Bij de wijziging van de schuldenwet en de vele leningen die werden aangegaan werd toen gewezen op negatieve gevolgen van deze handelingen. Dat er nu sprake is van zoveel inflatie komt door wat toen is gebeurd. Men is toen volgens minister Raghoebarsing stil gebleven en men heeft meegestemd.
“En vandaag is men verbaasd en geschokt over de “oordeelsonthouding” op de jaarrekening van de Centrale Bank. Het is dankzij de huidige Centrale Bank governor dat er nu een inhaalslag wordt gemaakt en dat de jaarrekeningen voldoen aan de internationale normen om te kunnen blijven bankieren en een rol blijven spelen in de gemeenschap”, aldus de Financiën-minister.
“Safeguards” Centrale Bank
Centrale Bank governor Maurice Roemer kondigde vorige week op een persconferentie aan het binnenkort publiceren van de jaarrekening van de Bank over 2020, en in maart volgend jaar die over het jaar 2021. Daarmee zal de Bank dichterbij het uitgezette schema zijn voor wat betreft het tijdig publiceren van de Jaarrekeningen zoals de Bankwet dat voorschrijft. Sinds 2015 heeft de Centrale Bank geen jaarverslagen gepubliceerd.
Bij het aantreden van Roemer in 2020 is een aanvang gemaakt met het maken van een inhaalslag. Dit vormt ook onderdeel van het IMF-programma. Dit onderdeel is gericht op “safeguards”, oftewel goed bestuur bij de Bank. Het op niveau brengen van de jaarrekeningen is een van de doelstellingen. Er is daarvoor een traject uitgezet, en volgens Roemer zouden we nu op het niveau moeten zijn van 2021-2022. “Safeguards” in het bestuur van de Centrale Bank noemt de Bank-governor essentieel voor het internationaal vertrouwen. Dat neemt nu volgens Roemer gestaag toe.
SS