Intimidatie Politiebond ongehoord

Als het waar is dat de minister van Justitie en Politie bezig is om beelden te verzamelen om rancuneuze maatregelen te treffen tegen bestuursleden van de Politiebond, dan gaat deze minister te ver. Hij is dan bezig de grondrechten te overtreden die hij als eerste moet helpen verdedigen. Het recht om op te komen en te protesteren en het recht om te staken zijn een fundamenteel recht van de werkende mensen in Suriname. Dat geldt voor iedereen die werkt in Suriname, behalve voor de militairen. Alleen voor de militairen is het recht om collectieve actie te voeren uitgesloten. De minister van Defensie dan wel de president van de Republiek Suriname hebben op basis van de Wet Rechtspositie militairen, wel de bevoegdheid om maatregelen te treffen tegen militairen die in strijd handelen met deze wet. Daarin is dus het recht om actie te voeren voor de militairen verboden. 

Dat is echter niet het geval bij de politie. Het staat de politie dus vrij om actie te voeren en om op te komen voor de belangen van de leden die ze vertegenwoordigen. Het is nu duidelijk dat de Politiebond vooraan loopt in de acties die ze weliswaar samen met andere vakbonden voert voor lotsverbetering van de leden. De bestuursleden van de Politiebond maken gebruik van de ruimte die in de wetgeving voor hen is gelaten en ze maken gebruik van hun grondrecht op vakbondsacties wat in Grondwet is erkend. Volgens de Grondwet zijn beperkingen om actie te voeren mogelijk, maar die moeten dan wel uitdrukkelijk uit het recht voortvloeien.

De regering kan dus pas maatregelen treffen als er een wettelijk verbod is of er sprake is van een vaste rechtspraak dat politiemanschappen niet of alleen onder zekere voorwaarden moeten staken of als een bepaalde actie door de rechter onrechtmatig is verklaard.

Voor de politie geldt voor nu geen van de drie, dus als het waar is dat de minister van JusPol beelden wil bekijken om maatregelen te treffen tegen de bestuursleden van de Politiebond, dan is dat niets anders dan intimidatie. En dat is dan een zeer verfoeilijke daad omdat het een goede Justitie-minister niet betaamt. Het is onrechtmatig gedrag, het is vertrapping van de Grondwet.

Deze intimidatie kan in het bijzonder effectief zijn, omdat er recent 1 of 2 bestuursleden van de Politiebond zijn ontheven uit hun functie vanwege protesten. Maar het moge wel duidelijk zijn dat die acties waarbij de 1 of 2 bestuursleden betrokken waren, geen vakbondsacties waren, dus acties van werkende mensen, maar meer en voornamelijk waren het protesten van burgerbewegingen. De betrokkenheid van de Politiebond daarbij subsidiair bracht het geheel in een andere context dan wat nu gaande is. 

Nu is duidelijk sprake van een actie van de werkende klasse en hun organisaties. Dus de minister moet niet denken, dat hij op vergelijkbare wijze maatregelen gaat laten treffen tegen bestuursleden. De minister zakt hierdoor ook in de achting van zijn ‘ondergeschikten’ als hij op dit niveau zaken wil aanpakken. 

Opmerkelijk is de garantie van de vp die aangeeft dat er geen maatregelen tegen de bestuursleden zal worden getroffen. Daaruit blijkt dat hij de opdracht zal geven om voor nu geen maatregelen te treffen tegen de bestuursleden en dat hij ervan uitgaat dat die opdracht zal worden opgevolgd. Maar niets wijst erop dat wij moeten uitsluiten dat de maatregel om de bestuursleden te intimideren, niet van de vp komt. Het is dus ook onduidelijk waarom de vp vindt dat er geen maatregelen kunnen worden getroffen. We hopen niet dat het is, omdat men hem vereerd heeft met een bezoek. 

Wat ook opmerkelijk is, is dat de vp beloofd heeft aan 12 vertegenwoordigers van de werkenden in protest, om binnen 1 dag voor een oplossing te zullen zorgen. De vraag rijst dan hoe de waarnemend president wel in staat is alle problemen ‘binnen  1 dag’ op te lossen, maar de president niet. Opvallend is wel dat de waarnemend president soms denkt dat de president over een toverstok beschikt. We verwijzen daarvoor naar de wisselkoers die hij ook naar beneden zou brengen. Soms onderschat de vp de problemen van een land en houdt hij geen rekening met de totale dynamiek. Soms wil hij, wanneer hij waarneemt, gewoon wijzen dat hij een volkspresident is en meer gevoel heeft voor de gewone mensen van de straat. Dat is om zichzelf groter te maken door iemand anders kleiner te maken. 

De grote vraag is of de vp zonder raadpleging van de president en/of de minister van Financiën wel in staat zal zijn of behoort te zijn om toezeggingen te doen tegenover de bonden die neerkomen op belasting van de staatskas of derving van inkomsten voor de staat. We denken dat hij die bevoegdheid als waarnemend president niet heeft, omdat van een waarnemer te goeder trouw niet wordt verwacht dat hij zijn mandaatgever bindt zonder er zeker van te zijn, dat waartoe hij hem heeft verbonden, zijn goedkeuring draagt. We kijken uit wat er precies uit de bus is gekomen en wat er dan verder in het staatsrechtelijke gebeurt.                  

error: Kopiëren mag niet!