Terwijl er enkele goede ontwikkelingen zijn in Suriname, zoals het operationeel worden van een slachtofferunit bij het OM, zijn er ook enkele berichten die hoop behoren te komen zoals bezoek van investeerders uit kapitaalkrachtige investerende landen aan Suriname. In Suriname zijn we behoudend tot gematigd optimistisch vanwege het in zwang geraakte gezegde: sji na bribi. Investeerders gaan en komen maar er komt niets van terecht. Dat komt, omdat de internationale samenwerkingseenheid van BIBIS en de organisatie daarbinnen, ter bevordering van de economie en/of de handel, waarschijnlijk niet adequaat functioneren. Dan zien we weer allerlei autoriteiten en raden in het nieuws die bemenst zijn, maar dan rijst direct de vraag of de juiste bemensing heeft plaatsgevonden.
Verder komt de Energie Autoriteit Suriname met een bericht, maar waar ze over moeten praten, dat hoor je niet. Men praat over energiebestedingen door de overheid en/of subsidies, terwijl niet de energietransitie tot de hot items van de EAS moet behoren.
Maar wat nu het nieuws beheerst zijn toch de massale acties die in de maak zijn tegen de regering. Het begon allemaal met een duidelijk protest tegen de BTW-verhogingen en het effect daarvan op de prijzen in de winkels. Een vraag waarmee we wel zitten is, of het IMF, met maatregelen die ingevoerd worden en waarvan iedereen vanwege de temporisering weet dat die tot grote pijn zal leiden, wel in het programma mechanismen heeft ingebouwd om maatschappelijke onrust te voorkomen. Je zou dat kunnen doen met een sociaal programma, maar daarmee houd je de onderste laag in rust. Maar, wat als de middenklasse de adem van de onderste laag tegen zijn nek aanvoelt en ontevreden is omdat ze bijna vervallen is tot de arme klasse? Wat is het mechanisme van het IMF om de middenklasse, die ook de erosie van de koopkracht voelt, in toom te houden?
Het zou gezegd kunnen worden dat door de loonontwikkeling in de cao’s een aantal vakcentrales als de C-47, Moederbond en OSAV zeker de belangen van de middenklasse vertegenwoordigen. Het IMF dicteert dus allerlei maatregelen over het algemeen vanuit een desktop en houdt daarmee geen rekening met onrust in het land. Dat wordt overgelaten aan de inventiviteit en de kundigheid van de regeerders op dat moment. En een hele batterij academici is totaal nog geen garantie voor de kundigheid en innovatie om te spelen binnen de ruimte die in het IMF programma is gelaten. Wat zich nu roert is de middenklasse die uitgedund is en geen empathie heeft bij de regering, waarschijnlijk ook niet bij het IMF.
Donkere wolken van stakingen pakken zich onheilspellend op boven de doorgaans heldere Surinaamse blauwe hemel. En weer blijkt wat voor een zware ondoenlijke taak de huidige regeercoalitie op haar hoofd heeft genomen, zonder de beschikbaarheid en backing van deskundigen en kundige governance deskundigen en kenners van het Surinaams bestuurssysteem.
Het blijkt aan het eind van de dag dat deze coalitie, misschien meer dan de vorige, last heeft van een kadergebrek. Er zijn wel enkele prominente intellectuelen achter de schermen actief, die zijn zeer nodig zoals de Planbureaus directeur, maar nadat ze hun denkwerk hebben gedaan zijn er uitvoerders nodig. Deze moeten wel het verhaal van de intellectuelen begrijpen en we horen nauwelijks ministers en deskundigen praten over het MOP. Het is een zeer goed stuk, maar het inspireert de uitvoeders niet, omdat die het niet snappen en gewend zijn om brandjes te blussen en ad hoc bezig te zijn.
Wij hebben in Suriname de neiging om een afkeer te hebben tegen de denkers, omdat we onszelf niet in ze herkennen. Maar ter afsluiting van de hedendaagse ontwikkelingen moet zeker niet uit het oog worden verloren het gepubliceerd bericht over de mogelijke betrokkenheid van onze vp (in het verleden) in de internationale drugssmokkel en/of drugshandel.
In de media zijn veilige openbare bronnen gebruikt om journalistiek verantwoorde wijze. Wat in de media verschenen is, is een artikel dat met durf is geschreven en gepubliceerd en dat is de richting waarop wij in het kleine Suriname moeten opgaan. We moeten af van het pad van vrees als gevolg van mogelijke intimidatie en rancune en ook af van het pad van zelfcensuur. De partij de ABOP heeft gereageerd, maar het is zeer zwak tot nietszeggend. Er wordt gesproken over een persoonlijke aanval, maar dat is een zeer zwakke benadering van de zaak, een reactie voorbereid door mensen die daartoe dus niet competent zijn. Soms denken mensen dat ze alles in Suriname kunnen doen, omdat ze zich een Nederlands accent kunnen aanmeten, maar dat is het echt niet. Wat het betreffende medium heeft gedaan is een zeer nieuwswaardig vrijgekomen bericht behapbaar brengen voor het publiek. De consequentie van de berichtgeving is dat de vp zich moet gaan verweren tegenover het Surinaamse volk. Deze aantijgingen zijn te ernstig.
Er is aanleiding voor het OM om ambtshalve een onderzoek te starten nadat de vp indien nodig in staat van beschuldiging is gesteld in DNA. In een fatsoenlijke staat behoort de vp, vanwege het feit dat elke blijk van verdachtmaking richting zijn adres afwezig moet zijn, gelet op zijn zeer hoge functie in het staatsbestel, de eer aan zichzelf te houden.
In de rij van zijn uitglijdpartijen moet die de spreekwoordelijke laatste druppel zijn. Maar dat is een stuk hoge moraal, zelfregulering en discipline die we niet van deze politicus gewend zijn. Als met al zijn het geen mooie tijden om president te zijn van dit klein mooi land nu.