Tijdens een openbare vergadering van de Nationale Assemblee zijn de gemoederen deze week behoorlijk verhit geraakt. Onderwerp was het dringend watertekort in delen van het land. Op een gegeven moment werden diverse vragen van parlementariërs naar de regering gestuurd.
Vicepresident Ronnie Brunswijk, die namens de regering sprak, ging gelijk in op een vraag van NDP-fractievoorzitter Rabin Parmessar. De opmerkingen van Parmessar vielen niet in goede aarde bij Brunswijk en hij ging er flink op los. Volgens de vicepresident is het niet zo dat de regering Santokhi-Brunswijk niets doet om het probleem te verhelpen.
Volgens hem heeft het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen al opdrachten gekregen om het watertekort aan te pakken. Door dit probleem is lesgeven op diverse scholen in het binnenland ook gestaakt.
De vergadering werd enorm onoverzichtelijk en er werd over en weer geschreeuwd. Brunswijk stelde dat het probleem van wateroverlast niet van nu is. Volgens hem is dit al jaren gaande. “Toen de NDP aan de macht was gebeurde het ook en alleen als je NDP’er was kreeg je water. Dit heb ik met mijn eigen ogen gezien”, herhaalde Brunswijk tot tweemaal. “Maar de regering Santokhi-Brunswijk doet er wel wat aan”, meende hij.
Parmessar vroeg op zijn beurt een punt van orde, maar de vergadering werd behoorlijk onoverzichtelijk. Nadat verschillende oproepen van Assemblee-vicevoorzitter Dew Sharman, die de vergadering leidde, niet werden gehoord, besloot hij de vergadering te verdagen. De manier waarop Brunswijk het opnam voor de regering was opmerkelijk. Immers als ABOP-voorzitter heeft hij steeds vaker op politieke podia aangegeven dat hij onder andere een koestaart vasthoudt en op het moment wacht om zelf president te worden.