Eind oktober eindigde het Surinaams korfbalteam tijdens het wereldkampioenschap in Taiwan op de vijfde plaats. Dit korfbalteam speelt dan wel onder de Surinaamse vlag, maar de spelers en speelsters zijn allemaal Nederlanders, maar van Surinaamse afkomst. Dan rijst de vraag: kunnen Nederlandse spelers en speelsters wel namens Suriname de sport beoefenen?
Het antwoord is ja, maar ook curieus, zo bleek uit de reactie van minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerken (BIBIS), daarnaar gevraagd door de redactie van Dagblad Suriname.
Minister Ramdin zegt, dat de spelers van het Surinaams Nationaal Korfbal team allemaal van Surinaamse afkomst zijn “en hebben in 2017 de regering via officiële wegen om toestemming gevraagd om Suriname te mogen vertegenwoordigen op verschillende internationale toernooien waar ze met regelmaat hoog in de prijzen vallen”.
“Volgens de regels van de internationale Korfbal Federatie is dit toegestaan en hebben de spelers voor dit doeleinde een Surinaams Korfbal Paspoort gekregen van de Korfbal Federatie”, aldus de BIBIS-bewindsman.
“Als onderdeel van ons diaspora beleid erkennen wij hen als Surinaamse diaspora en aanvaarden hun bijdrage om voor Suriname uit te komen. Als individuen op hun manier een bijdrage willen leveren aan het promoten en ontwikkelen van ons land, als individuen affiniteit hebben en betrokkenheid tonen met ons land, wiens ouders en grootouders van Suriname afkomstig zijn, dan waarderen wij dat en zullen het zelfs stimuleren”, stelt Ramdin.
Korfbal is in Suriname een sport die al rond 1910 werd geïntroduceerd. De eerste sportbond was in de jaren 1930 de Surinaamse Korfbal Bond. Na de jaren ‘80 raakte de sport in de vergetelheid. In 2017 werd de Surinaamse Korfbal Federatie opgericht om de sport in Suriname nieuw leven in te blazen.
PK
