Wij hebben hier vaker gepleit voor een overkoepelend rijstplatform waarin alle spelers in de rijstketen zijn vertegenwoordigd. Dit, om de jaarlijkse klaagzang van de padieboeren tot het verleden te laten behoren. Want met een zekere regelmaat van de klok wordt er geklaagd over de padieprijzen, de natte en droge infrastructuur, de waterhuishouding en de irrigatie. De meest klagende schakel in de rijstketen zijn de padieboeren, de minst klagende de exporteurs. De rijstketen, de hele waardeketen, moet worden onderworpen door LVV, het rijstplatform en de waterschappen aan een waardeketenanalyse. Daarbij moeten alle schakels gezamenlijk nagaan wat er precies moet veranderen zodat de boeren aan het eind van de dag minder klagen. Het kan dat interventies door de schakels in de keten zelf ervoor zorgen dat het klagen wegvalt. Het kan dan gaan om interventies vanuit de verwerkers, opkopers en de exporteurs met een win-win-situatie, waardoor alle schakels er beter van worden. De FAO kan meehelpen om de waardeketenanalyse te doen.
De hele waardeketen van rijst is voor een groot deel in Suriname ontwikkeld. Het is onduidelijk of de witte rijst die door Suriname wordt geëxporteerd, nog een verdere verwerking ondergaat in het buitenland. Als dat zo is, dan kan dat deel van de keten in Suriname worden ontwikkeld. Er is in de rijstketen veel kapitaalverlies door bijproducten, zoals residu en afval die gewoonweg gedumpt worden. Noch LVV, noch ROM/NIMOS, noch EZ hebben nooit een behoefte gevoeld om een businesscase te maken.
De schakels in de rijstketen hebben nooit, ondanks verschillende studies naar mogelijkheden, enige kans gezien om dit bijproduct verder commercieel te verwerken. Het gevolg is verspilling, overlast vanwege de verbranding, verlies van terreinen die als dumpplaats worden gebruikt en milieuvervuiling door de verbranding. Recent heeft de voorzitter van het platform in de media enkele verklaringen afgegeven met betrekking tot het platform. Wij denken dat het platform uit de politieke sfeer moet worden gehaald. De politiek heeft niet veel goeds gedaan voor de ontwikkeling van de rijstsector. Het geeft de sector lange tijd verdeeld gehouden en onrechtvaardigheid in stand gehouden, in het belang van de partijkas van de politieke partijen. Zodoende kwam het belang van de grote boeren, de exporteur en de opkoper boven die van de kleine boeren te liggen. Het platform moet een duidelijke vertegenwoordiging hebben van de stakeholders in clusters. Die groepen hebben meestal gemeenschappelijke belangen en het platform moet die clusters als een geheel zien en niet als losse onafhankelijke delen.
Zo kijken we wel verrast op als we lezen dat in het platform nu 29 stakeholders zitten. Wij denken dat die 29 stakeholders in enkele clusters zitten. Die clusters moeten ook worden benoemd zodat het duidelijk is dat de hele rijstwaardeketen in het platform zit. We denken aan de volgende clusters: de makers van zaaizaad, de rijstonderzoekers, de zwaar materieel ondernemers die huren aan de boeren (grondbewerking etc.), de mechanische bemesting, de importeurs van input, de padieboeren (eventueel verdeeld naar groot en midden en kleinbedrijf), de sector infrastructuur (LVV), de regelgevers, de opkopers, een Organisatie van Werknemers in de Rijstsector (sectorbond), de verwerkers en verpakkers en de exporteurs.
De padieboeren moeten weer georganiseerd in verenigingen hun cluster vertegenwoordigen. Als er bijvoorbeeld 10 coöperaties zijn moeten niet alle 10 in het platform zitten, maar moet een afvaardiging van die 10 in het platform zitten. De coöperaties kunnen dan georganiseerd zijn in een Vereniging van Padieboerencoöperaties Nickerie (VPN) en die zit dan in het platform.
Het platform moet straks niet een log orgaan worden met elke keer een conferentie als er normaal wordt vergaderd, want straks gaat de representativiteit van de vergaderingen een rol spelen als mensen van de conferenties wegblijven. Belangrijk is dat er in het platform goede democratische structuren zijn en dat de voorzitter niet een door de politiek gesteunde autoritaire figuur is die vooral politieke belangen behartigt. Eigenlijk zijn wij van oordeel dat de huidige voorzitter te dicht op de minister (lees: de partijpolitiek) zit om objectief het platform te leiden. Belangrijk is ook dat het platform een legale basis heeft en ook de productieclusters die erin gerepresenteerd zijn. Zo moet de VPN rechtspersoonlijkheid hebben.
Nu weten we dat de politieke partijen door hun volg- en kadaverdiscipline niet uitblinken in het organiseren van sectoren. Zij blinken uit in het scheppen van ruzie en chaos. Het heeft allemaal te maken met het feit dat niet de meest slimme mensen over het algemeen rennen naar de politieke partijen om zich daar te profiteren. Het zijn juist de mensen die steunen op patronage en regelarij. Wij hopen dat het platform toch de gelegenheid krijgt om zich te ontwikkelen en dat het niet primair bedoeld wordt om rust te kopen. Waar nodig moet er intern flink gebokst worden zodat alle belangen duidelijk op tafel liggen en iedereen zich gekend en gehoord voelt.
We hopen dat het platform meer transparantie aan de dag kan leggen en dat uiteindelijk alle stemmen gehoord worden. De rijstsector heeft nog stappen te zetten en daartoe kan het platform een rol spelen. Het platform is niet primair om rust te kopen, omdat anders het doel is om de belangen van de politieke partijen in de regering en op LVV te behartigen.