Het Assembleelid Rabin Parmessar, leider van de NDP-fractie in het parlement, vermoedt dat de recent uitgegeven concessie door de minister van Natuurlijke Hulpbronnen aan het bedrijf Goldline Mining N.V in een gedeelte van de Corantijnrivier een dekmantel is voor goudwinningsactiviteiten. Het is opvallend, dat in de omgeving zich een scalian bevindt.
De kans is groot dat door andere activiteiten dan waarvoor de concessie is verleend, allerlei stoffen in het rivierwater terecht komen met desastreuze gevolgen voor het milieu en voor de leefgemeenschappen in het gebied die voor hun bestaan ervan afhankelijk zijn. Voor de rijstbouw in Nickerie zou dit ook zeer nadelige effecten hebben. De rijstsector in het district Nickerie is voor een belangrijk deel van de aanvoer van zoetwater uit de Corantijn vanuit het Wakay pompgemaal afhankelijk.
De uitgegeven concessie voor de exploitatie van rivierzand in de Corantijnrivier behelst een gebied van vermoedelijk 300 hectare. Parmessar betwijfelt of de uitgifte vooraf is gegaan door een milieu- en sociaal impactstudie. De concessie dient onmiddellijk te worden ingetrokken, aldus Parmessar. Tijdens de debatten in het parlement over het grondenrechten vraagstuk was de afspraak bovendien ook, dat de regering geen gronden in concessie zou uitgeven in en rond leef- en woongebieden van inheemsen en tribale volken. Washabo en Apoera zijn inheemse leefgemeenschappen die liggen in gebieden rond de uitgegeven concessie.
Controle
De circa 300 hectare in concessie uitgegeven is een enorm groot gebied van ongerepte natuur en is rijk aan biodiversiteit. Gelet op de zwakte voor wat betreft de controle en naleving van regelgeving en vergunningsvoorwaarden, is het de vraag of deze adequaat zal kunnen geschieden en of die überhaupt zal plaatsvinden. In de concessievoorwaarden voor de exploitatie van rivierzand staat niets geregeld over wat er dient te gebeuren indien onder meer goud of diamant als “bijvangst” (discards) naar boven worden gehaald. Of zijn die “bijvangsten” niet de werkelijke motieven achter de concessie, vraagt Parmessar zich af.
Milieusituatie Suriname
Suriname gaat internationaal er prat op dat het meer de 92 procent bosbedekking heeft en een positieve carbon-status. Maar, nationaal is het beeld en het beleid het tegenovergestelde. Het Assembleelid plaatst de uitgifte van de concessie in een gedeelte van de Corantijnrivier temidden van een ongerept natuurgebied met een rijke biodiversiteit zonder voorafgaande studies over de milieu- en sociale gevolgen, tegen deze achtergrond.
Hetzelfde geldt bij de uitgifte van 400 hectare primair bos langs de weg naar Apoera ten behoeve van grootschalige landbouw door Mennonieten. Parmessar verwijst ook naar de hoge concentratie kwikdamp in grote delen van Noord Paramaribo, waar geen duidelijk beleid voor is. Het vele zwerfvuil langs straten en op bermen geeft ook aan hoe wij in Suriname omgaan met ons milieu, aldus Parmessar.
SS