Het ministerie van Volksgezondheid moet een zeer duidelijke richtlijn van de WHO gebruiken om beleid en wetgeving te maken tegen de ongezonde consumptie van gezoete en koolzuurhoudende dranken. Het gaat om de handleiding: “WHO manual on sugar-sweetened beverage taxation policies to promote healthy diets”.
Er is enige tijd terug een oproep gedaan door de minister van Volksgezondheid, die zelf ook een medicus, die niet in goede aarde is gevallen bij een deel van het publiek. Dat is het deel van het publiek waar de arts vanwege zijn maatregelen in ongenade is gevallen tijdens de Covid-periode. We denken dan aan de vermaningen, de lock-downs, zijn door de WHO en PAHO aanbevolen standpunt met betrekking tot vaccinatie en niet in het minste zijn houding als medicus wat betreft de vele ‘potions’ die aangeprezen werden als probaat middel ter voorkoming van besmetting tegen en genezing van de ziekte.
De recente oproep van de minister was aan de fabrikanten van verpakte drank die in de winkels en supermarkten te koop worden aangeboden. De minister riep de fabrikanten op om minder toegevoegde suiker in hun sappen en frisdranken te zetten. Dat is een oproep welke wij als gezondheidsbewuste civil society zeer op prijs stellen. Als we kijken naar de bijzondere taakstelling van de minister volgens het recent uitgegeven staatsbesluit die de taakomschrijving van de ministeries aangeeft, dan is de minister niet alleen bevoegd, maar ook verplicht om dit soort instructies en aanbevelingen te geven aan voedselproducenten en –verwerkers. Het is iets wat nagenoeg nooit gebeurd in Suriname. In ontwikkelde landen hebben voedsel- en medicijnautoriteiten heel veel gezag; wat ze niet goedkeuren is niet geschikt voor consumptie van de bevolking.
In Suriname eten we voedsel dat niet voor een voedselwarenautoriteit is goedgekeurd, ook de in de formele sfeer verwerkt en verpakt voedsel en drank. Maar de minister had er beter aan gedaan om het handjevol producenten van frisdrank en sappen, in een goed voorbereide vergadering bij elkaar te roepen en met ze in dialoog te gaan. Zulke oproepen in de media werken niet, omdat men zich als fabrikant niet aangesproken zal voelen. Verder moet de minister zich niet alleen richten tot de lokale producenten, maar ook tot de importeurs en distributeurs van de concurrerende producten die uit het buitenland voor de lokale markt worden binnengehaald. Die producten kunnen waarschijnlijk niet worden verboden als gekeken wordt naar de WTO- en de Caricom-regels, maar we dachten wel dat gezondheidsautoriteiten enige soevereiniteit hebben om fiscale maatregelen te treffen tegen producten die volgens het nationaal volksgezondheidsbeleid potentieel schadelijk zijn voor de volksgezondheid.
Suriname heeft een groot overgewichtsprobleem, omdat burgers veel suiker innemen, ongezond eten en heel weinig bewegen. Bepaalde bevolkingsgroepen hebben genetisch meer kans om last te ondervinden van hart- en vaatziekten en suikerziekte en daaraan gerelateerd nierfalen dan andere. Burgers die in Suriname in de supermarkt suikerloze dranken willen kopen hebben het zeer moeilijk, het enige wat ze kunnen kopen is water, maar daarvoor gaan burgers niet naar de supermarkt. Soms willen klanten een suikerloze frisdrank om een beetje op te rispen of een lekkere sinassap of ander vruchtensap zonder toegevoegde suikers. En de enige fabrikant die op enige schaal daartoe de moeite neemt is Elmer. Daarvoor moet het bedrijf worden gecomplimenteerd en moet het ook een award krijgen van minister Ramadhin of de president van Suriname. Verder heeft Fernandes Cola Zero. En dat is zo een beetje alles wat in de Surinaamse supermarkten te vinden is aan lokaal geproduceerde minder suikerhoudende dranken. Al het bovenstaande geldt ook voor koolzuurhoudende dranken, want naar wij weten is dat ook niet al te best voor de volksgezondheid.
Behalve dialoog met de lokale fabrikanten, importeurs en distributeurs en uiteraard ook het ministerie van EZ, denken we dat de VGZ-minister ook moet komen met een wetsvoorstel. Zo moeten producenten verplicht minimaal een deel van hun productie die voor de lokale kleinhandel wordt gedistribueerd te produceren zonder toegevoegde suikers (voorbeeld: minimaal 25%), water erbuiten gelaten. Ook importeurs en distributeurs zijn dan verplicht om een deel van hun geïmporteerde drank, die uiteindelijk ook gedistribueerd zal worden, te laten bestaan zonder toegevoegde suikers (voorbeeld: 25%), water erbuiten gelaten. Gefaseerd kan dan het percentage worden verhoogd, gepaard gaande met goede public relations. Verder kan het wetsvoorstel komen met een bijzondere heffing per volume geïmporteerde drank met toegevoegde suikers. Dit, om de dranken zonder toegevoegde suikers aantrekkelijker te maken tegenover de ongezonde dranken met suiker. De lokale productiequota en de importquota moeten ook percentages en gereduceerde bijzondere heffingen omvatten voor light dranken. In de wet moet dan duidelijk zijn aangegeven bij welke omvang van toevoeging van suiker per volume, gesproken kan worden van light. Uiteraard moet de kleinhandelaar ook verplicht worden om een proportioneel deel van zijn uitstalling van drank ook te besteden aan ongezoete drank.
In de hele discussie die nagenoeg afwezig is, missen we de Consumentenkring. Deze organisatie kan ook met een wetsvoorstel komen naar de minister van VGZ toe. De belasting op suikerhoudende of koolzuurhoudende dranken zou tegen augustus 2022 in ongeveer 40 landen wereldwijd bestaan, inclusief Nederland. In de Caribbean zijn dat alleen Barbados en Dominica.
Een belasting op suikerhoudende dranken, frisdrankbelasting of belasting op gezoete dranken is een belasting of toeslag (voedselgerelateerd fiscaal beleid) die is ontworpen om de consumptie van gezoete dranken te verminderen. Dranken die onder de frisdrankbelasting vallen, omvatten vaak koolzuurhoudende frisdranken, sportdranken en energiedranken. Deze beleidsinterventie is een poging om zwaarlijvigheid en de gevolgen voor de gezondheid die verband houden met overgewicht te verminderen. De belasting is in veel landen een onderwerp van publiek debat en drankenproducenten zoals Coca-Cola zijn er vaak tegen. Voorstanders zoals nationale medische verenigingen en de Wereldgezondheidsorganisatie promoten de belasting als een voorbeeld van Pigouviaanse belasting, bedoeld om ongezonde diëten te ontmoedigen en de groeiende economische kosten van obesitas te compenseren.
Voorstanders van frisdrankbelastingen halen het succes van tabaksaccijnzen wereldwijd aan als ze uitleggen waarom zij denken dat een frisdrankbelasting de frisdrankconsumptie zal terugdringen. Terwijl bij tabak kanker de voornaamste zorg is, zijn de voornaamste zorgen bij frisdrank diabetes en zwaarlijvigheid. De tactieken die frisdrankbedrijven gebruiken om zich tegen frisdrankbelastingen te verzetten, bootsen die van tabaksfabrikanten na, inclusief het financieren van onderzoek dat de gezondheidsrisico’s van hun producten bagatelliseert. \