Israël heeft aangekondigd dat het zijn diplomatiek personeel uit Turkije terugroept nadat president Recep Tayyip Erdogan Israël had beschuldigd van oorlogsmisdaden tijdens de militaire operatie tegen Hamas in Gaza. De beslissing om het personeel terug te halen heeft gevolgen voor de inspanningen van beide landen om de politieke en economische betrekkingen te herstellen na een periode van gespannen verhoudingen. Het afgelopen jaar hadden Israël en Turkije afgesproken om ambassadeurs te benoemen en te onderhandelen over een aardgaspijpleidingproject. Erdogan sprak zich fel uit tegen Israël tijdens een massale betoging in Istanbul en beschuldigde het land van bezetting en het proberen uit te roeien van Palestijnen. In reactie op de verklaringen van Erdogan heeft de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Eli Cohen de terugkeer van diplomaten uit Turkije bevolen en een herbeoordeling van de betrekkingen tussen de twee landen aangekondigd.
Deze ontwikkelingen hebben de diplomatieke betrekkingen tussen Israël en Turkije naar een nieuw dieptepunt gebracht, vergelijkbaar met de periode na een aanval op een Turks schip in 2010. Erdogan heeft zich altijd sterk uitgesproken voor de rechten van de Palestijnen en beschuldigt het Westen van het bloedbad in Gaza. Terwijl er in Turkije protesten plaatsvinden tegen Israël, blijkt uit een opiniepeiling dat de meerderheid van de respondenten wil dat Turkije neutraal blijft of een bemiddelende rol speelt in het conflict.