Begin jaren negentig was de Braziliaanse fotojournalist Sebastião Ribeiro Salgado in Rwanda gestationeerd om verslag te doen van de genocide, een ervaring die hem getraumatiseerd achterliet.
Toen Sebastião in 1994 terugkeerde naar zijn huis in Minas Gerais, Brazilië, hoopte hij troost te vinden in het weelderige groene bos van zijn jeugd. In plaats daarvan ontdekte hij dat zijn huis was veranderd in een stoffig, dor land dat zich kilometers ver uitstrekte, verstoken van enig wild.
“Het land was net zo ziek als ik. Slechts ongeveer 0,5% van het land was bedekt met bomen”, merkte hij op. Op dat moment stelde zijn vrouw, Lélia Deluiz Wanick Salgado, voor dat ze aan de ambitieuze reis zouden beginnen om het hele bos te herbeplanten.
Sebastião steunde het idee en samen plantten ze in de loop van de volgende twintig jaar maar liefst 2,7 miljoen bomen.
Hun inspanningen resulteerden in de verjonging van 1.500 hectare regenwoud, en de locatie werd uiteindelijk de thuisbasis van 293 plantensoorten, 172 vogelsoorten en 33 diersoorten, waarvan sommige op de rand van uitsterven stonden.