De rechtbak Noord-Holland te Alkmaar heeft deze week een man veroordeeld tot 36 maanden gevangenosstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht voor het op 7 augustus 2023 te Schiphol Nederland in smokkelen van 4683,8 gram cocaïne in een geprepareerde onderbroek, zo meldt Rechtspraal.nl.
De man was 7 augustus per vliegtuig vanuit Suriname op Schiphol aangekomen en had op zijn lichaam rondom zijn middel een korset en korte spijkerbroek met daarin pakketten. In die pakketten werd cocaïne aangetroffen.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard, dat hij afgelopen zomer in Suriname een man heeft ontmoet, ene ‘meester’, met wie hij gedurende zijn verblijf in Suriname meermaals contact had. Zo heeft verdachte onder meer op 26 juli zijn broekmaat naar deze ‘meester’ gestuurd. De verdachte heeft verklaard dat deze ‘meester’ een dag voordat verdachte naar Nederland zou vertrekken tegen hem heeft gezegd dat hij iets voor hem moest slikken en dat, als hij het niet zou doen, dit problemen zou opleveren voor de familie van de verdachte. De verdachte stelt, dat hij tegen deze ‘meester’ heeft gezegd dat hij niet kon slikken en dat die ‘meester’ vervolgens tegen hem heeft gezegd dat hij dan iets zou gaan dragen. De verdachte heeft verklaard dat hij niet wist wat deze ‘meester’ daarmee bedoelde en dat hij niet wist wat de inhoud van de pakketten was. Vervolgens heeft deze ‘meester’ de pakketten op zijn lichaam bevestigd en een taxi naar de Johan Adolf Pengelluchthaven geregeld. De verdachte zei, dat hij € 3.000 voor het vervoeren van de pakketten zou krijgen.
De rechtbank hechtte echter geen geloof aan deze verklaring van de verdachte over zijn onwetendheid over de inhoud van de pakketten die hij op zijn lichaam droeg. Daar komt bi,j dat de verdachte aanvankelijk gevraagd werd te ‘slikken’, hetgeen volgens de rechtbank bijna alleen maar om verdovende middelen kan gaan. Dit wordt algemeen bekend verondersteld.
De Officier van Justitie heeft, rekening houdend met het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, een gevangenisstraf van 38 maanden geëist, met aftrek van de periode die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De raadsvrouwe van de man heeft bepleit om bij het opleggen van de straf rekening te houden met de naïeve houding van de verdachte. Zij heeft daarbij aangevoerd, dat de verdachte heeft gehandeld onder druk van anderen. Voorts heeft de raadsvrouw bepleit om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hij heeft zich niet eerder schuldig gemaakt aan strafbare feiten en zijn huidige partner en twee kinderen bevinden zich in financiële nood. Hij wil graag vrijkomen om te helpen bij de verzorging van de kinderen en om geld te verdienen, zodat hij zijn partner en kinderen ook financieel kan ondersteunen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.