De recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten inzake het gewapend conflict tussen Palestina en Israël houden gewezen ambassadeur Angelic del Castilho bezig. De ambassadeur ziet de huidige ontwikkelingen in het reeds vele decennialange conflict als een lakmoesproef voor de wereld. Recente uitspraken van Human Rights Watch bevestigen dit ook. Del Castilho is van mening dat het ook een test is voor de Surinaamse regering.
Op de vraag welke houding de Surinaamse regering in deze zou moeten aannemen, geeft Del Castilho aan dat gedurende zowat ons gehele diplomatieke geschiedenis Suriname zich verantwoord en respectabel heeft gepositioneerd wanneer het gaat om het handhaven en beschermen van de wereldvrede. “Als land hebben wij steeds gestaan voor onze ‘ongebonden’ status en de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van alle volkeren.” Del Castilho constateert echter dat reeds enige tijd te merken is dat Suriname een steeds verdergaande afwijking vertoont van deze houding. Zij leidt dit af uit reacties en keuzes die de minister van BIBIS (Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking), aangenomen op instigatie en met ondersteuning van president Santokhi, etaleert op het internationaal podium.
Ambassadeur Del Castilho ziet de eerste tekenen in 2022 wanneer de samenleving geschokt raakt door het voornemen van de Surinaamse regering bij monde van minister Ramdin, om een ambassade te openen in Jeruzalem. Del Castilho geeft aan dat er nooit iets op tegen is geweest om diplomatieke banden aan te gaan met de Staat Israël. Volgens haar zou het plaatsen van de missie in Tel Aviv, zoals meer dan 90% van de wereld doet, geen probleem zijn. Echter het besluit dat in Jeruzalem te doen, zond een hard en duidelijk signaal dat Suriname onder president Santokhi, geen ondersteuning meer gaf aan de two-state solution zoals gepropageerd door de VN en ook niet aan het standpunt vastgelegd door de VN dat Jeruzalem tot geen van beide staten behoort.
Volgens Del Castilho zijn er meerdere aanwijzingen van een verdere deviatie van onze eerdere diplomatie op dit vlak. Zo was de Surinaamse vertegenwoordiger bij de VN ‘toevallig’ niet aanwezig tijdens de behandeling en stemming over een resolutie die het handelen van Israël met als gevolg mensenrechtenschendingen zou voorleggen ter toetsing aan het Internationaal Strafhof.
De ambassadeur is echter wel het meest geschokt door de wijze waarop Suriname omspringt met de huidige escalatie tussen Israël en Palestina. Zij stelt dat zij de handelingen van Hamas ten zeerste afkeurt. Het aanvallen van onschuldige burgers, erger nog, kinderen , is onder geen enkele omstandigheid legitiem en verdedigbaar. Dat Israël militair zou reageren was niet anders te verwachten. Echter de wijze waarop dit zogenaamd ‘zelf verdedigend’ handelen nu voortgaat staat op zeer gespannen voet met de internationale rechtsorde. Er kan geen ongeconditioneerde steun aan Israël worden toegezegd in deze. Want het schenden van wetten, in deze het internationaal recht, door de ene
(in deze Hamas), rechtvaardigt niet dezelfde en ergere overtredingen door de andere (in deze Israël). Del Castilho betreurt de vele slachtoffers aan beide zijden van het conflict, waarbij het hoofdzakelijk onschuldige burgers en veel kinderen betreft.
Over de reactie van de minister van BIBIS middels een nota naar de Israëlische missie in Panama stelt Del Castilho, dat de minister totaal voorbij gaat aan de internationale rechtsorde en dat beide zijden zich schuldig maken aan overtreding hiervan. De reactie typeert zij als on-Surinaams. Volgens de ambassadeur is de sterke Surinaamse diplomatie op dit vlak, over vele jaren opgebouwd, met deze reactie compleet verloren gegaan.
Nog kwalijker vindt Del Castilho het dat nu, terwijl de minister aangaf geen verzoek van Palestina voor adhesie te hebben ontvangen en bereid te zijn direct na ontvangst ook hun te zullen beantwoorden, blijkt dat al wekenlang de Palestijnse autoriteiten verschillende diplomatieke nota’s naar de minister hebben verzonden waar geen antwoord op is gegeven. Deze nota’s werden verzonden vanuit hun missie te Venezuela. Dit bewijst de oneerlijkheid en onoprechtheid vanuit de Surinaamse autoriteiten.
Volgens de ambassadeur rest er nu inderdaad nog weinig tot geen kredietwaardigheid meer van de minister en president Santokhi in deze kwestie. Bovendien blijkt nu dat ook het agrèment verzoek voor een diplomatieke vertegenwoordiger van Palestina al maandenlang onbeantwoord is gebleven. Del Castilho geeft aan dat dit in diplomatieke kringen op zijn minst als onfatsoenlijk kan worden getypeerd.
Op de vraag wat dit betekent voor het imago van Suriname, geeft Del Castilho aan, dat ons imago van een land dat zich inzet voor wereldvrede, zelfbeschikkingsrecht van volkeren en naleving van de Internationale Rechtsorde, compleet kapot geslagen is. Dit zal jammer genoeg nog lang repercussies hebben voor ons land; onvriendelijkheden blijven jarenlang in het geheugen van buitenlandse zaken, zo heeft oud-ambassadeur en voormalig minister van BuZa, Henk Heidweiller, de Surinaamse diplomatie geleerd. De van ons land bekende evenwichtigheid en medemenselijkheid is totaal afwezig in het Surinaams diplomatiek gedrag. Onze houding als land staat zelf haaks op die van de CARICOM. Del Castilho betreurt ook de boodschap die deze houding heeft naar onze eigen samenleving, een boodschap van anti-Moslim en pro-excessief geweld. Dit is niet het Suriname waar onze samenleving naar verlangt, geeft zij aan.
Wat Del Castilho ook verwondert is dat vanuit onze Assemblee geen enkele vraag wordt gesteld en wij dus moeten aannemen dat ook zij ziende blind en horende doof is. Del Castilho stelt dat wij als land nimmer de fundamenten van onze vrede en harmonie mogen opofferen ten gunste van externe gebeurtenissen.
De standaarden van de internationale rechtsorde moeten wij overal en altijd hanteren en doen gelden voor iedereen. De ambassadeur stelt dat president Santokhi er goed aan zou doen zijn buitenlands beleid per direct een wending en nieuwe invulling te geven welke het belang van de Surinaamse staat op de lange termijn niet meer schade toebrengt, dan nu reeds is gedaan.