De termijndeposito (TD) veiling van de Centrale Bank van Suriname onder de algemene banken van deze week heeft een totaal bedrag van SRD 1.260,9 miljoen opgehaald. Het geveild bedrag was aanvankelijk SRD 800 miljoen, doch gelet op de animo onder de deelnemende banken werd deze verhoogd.
Bij het 1-weekse TD-instrument werd een totaal bedrag van SRD 609 miljoen toegewezen tegen een rente van 25,8 procent. Dit is ten opzichte van de week ervoor een daling van 3,2 procentpunt.
Het 1-maandse TD-instrument heeft een bedrag opgebracht van SRD 388,9 miljoen. Deze is toegewezen tegen een rente van 33,4 procent, een daling van 2,3 procentpunt.
Bij de 3-maandse TD’s is het totaal toegewezen bedrag SRD 263 miljoen, en de rente is 39,8 procent. Dit is ten opzichte van de vorige veiling een daling van 2,9 procentpunt.
Sinds de TD-veilingen in juli 2021 door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) zijn geïntroduceerd, bedragen de totale rentelasten circa SRD 3,6 miljard. Dit is het bedrag dat de algemene banken krijgen uitbetaald voor hun TD-beleggingen. Daartegenover bedraagt de totaal afgeroomde geldhoeveelheid volgens de laatste stand van zaken per 4 oktober circa SRD 3,8 miljard.
Beheersing geldhoeveelheid
De TD-veilingen is onderdeel van de Open Markt Operaties (OMO’s) van de CBvS. Het is bedoeld om hoeveelheden in omloop zijnde geldhoeveelheden (SRD’s) zodanig te beheersen, waardoor de inflatie in bedwang wordt gehouden. Middels TD-veilingen worden overtollige geldhoeveelheden in het bankensystreem voor steeds korte periode (looptijden) uit roulatie gehaald. Daardoor kan het gedurende die periode geen vraag uitoefenen in de economie. Nadat de looptijden zijn vervallen, wordt het belegde geld, met de rente daarop uitgekeerd aan de deelnemende banken. Die beleggen het verdiende geld weer in de volgende TD-veilingen.
De algemene kritiek op de TD-veilingen is, dat de algemene banken op een makkelijke manier veel geld verdienen. Het verdiende geld voegt toe aan de geldhoeveelheden in omloop.
De monetaire autoriteiten (CBvS en ministerie van Financiën en Planning) voeren aan dat zonder de OMO’s de inflatie veel hoger zou zijn. Onderkent wordt dat het prijskaartje van de OMO’s heel duur is. Het in bedwang houden van de inflatie is overigens niet alleen afhankelijk van de OMO’s. De overheid dient bij de uitvoering van zijn begroting de uitgaven goed in de gaten te houden.
De jaar-op-jaar inflatie per eind augustus bedroeg 53,5 procent. De verwachting is dat eind dit jaar de inflatie zal uitkomen op 44,1 procent. In augustus 2021, toen de CBvS pas was begonnen met de wekelijkse TD-veilingen, bedroeg de inflatie 59,8 procent.
SS