De hete Palestijnse aardappel van minister Ramdin

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) blijkt al enkele dagen met een hete aardappel in zijn maag te zitten. Hij heeft zich nog steeds niet uitgesproken in de kwestie Israël-Hamas over de situatie en positie van de Palestijnse burgers, die als ratten in de val zitten in de door Israel hevig gebombardeerde Gaza-strook.

Het is algemeen bekend dat Ramdin, in casu de regering Santokhi-Brunswijk, goed bevriend is met Israël. De bewindsman was er dan ook snel bij om de aanval van Hamas op Israël te veroordelen, maar tot nu toe doet hij het zwijgen ertoe als het gaat om de Palestijnse bevolking. 

En dat zit velen in Suriname en elders dwars, vooral nu duidelijk is geworden, dat de Palestijnse regering, bij monde van de ambassade van de Palestijnse Staat in het Caribisch gebied, de regering Santokhi-Brunswijk al op 9 oktober heeft benaderd in een zogenoemde note verbale met het verzoek een standpunt in te nemen over de aanhoudende bombardementen van het leger van Israel op de Gaza-strook. 

Dat standpunt is nog steeds niet door minister Ramdin verwoord. 

Maar, hij was er als de kippen bij, toen de regering Santokhi-Brunswijk op 7 oktober werd benaderd door de regering van premier Benjamin Netanyahu om de inval en moorden door leden van Hamas in Israël te veroordelen, om die Hamas-inval en moorden te veroordelen.

De angstvallige aarzeling van minister Ramdin is des te opmerkelijker, nu Suriname in 2011 de Palestijnse Staat heeft erkend. Maar, deze dagen lijkt het belang van een goede relatie en vriendschap met Israel zwaarder te wegen dan het lot van zo’n 2 miljoen Palestijnse burgers in de Gaza-strook.

PK

error: Kopiëren mag niet!