Op 17 oktober wordt jaarlijks wereldwijd aandacht gevraagd voor de strijd tegen armoede. Een benadering die nu steeds belangrijker wordt, is het meten van multidimensionele armoede. In plaats van alleen naar inkomen te kijken, houdt dit rekening met verschillende factoren die invloed hebben op het welzijn. Het eerste doel van de Verenigde Naties is om armoede in al zijn vormen vóór 2030 uit te roeien.
Multidimensionele armoede bij kinderen gaat verder dan alleen financiën. Het omvat het ontbreken van basisbehoeften zoals onderwijs, gezondheidszorg, voeding, huisvesting en sociale inclusie. Voor ruim 36,2 procent van de kinderen in Suriname is dit een dagelijkse realiteit, volgens het Multidimensional Child Poverty in Suriname Report 2022 van UNICEF.
Het onderzoek hanteerde acht dimensies, waaronder voeding, gezondheidszorg, kinderontwikkeling, kinderbescherming, onderwijs en huisvesting, om de armoede te meten. Bijna 87 procent van de Surinaamse kinderen ondervindt achterstanden in ten minste één van deze factoren. Kinderen worden als multidimensionaal arm beschouwd als ze op minstens drie dimensies achtergesteld zijn.
Opvallend is dat stedelijke kinderen minder deprivatie ervaren dan hun leeftijdsgenoten in landelijke gebieden, waar het percentage oploopt tot 79 procent. De districten Wanica en Commewijne hebben de laagste cijfers aan kinderarmoede, terwijl Sipaliwini en Brokopondo de hoogste percentages hebben.
Een interessante bevinding is dat kinderen van hoger opgeleide ouders minder kans hebben op multidimensionele armoede. Het armoedepercentage daalt met 37 procent in vergelijking tot kinderen waarvan het hoofd van het huishouden geen opleiding heeft genoten.
In Suriname mag basisonderwijs dan wel gratis zijn, maar helaas blijft de toegang voor velen beperkt door obstakels. Denk aan de uitdagingen van busvervoer, de locatie van scholen en het feit dat niet iedereen een school in de buurt heeft. Recentelijk zijn er gevallen geweest waarbij kinderen werden toegewezen aan scholen die aanzienlijk ver van hun woonomgeving liggen. Dit plaatst ouders voor bijkomende kosten, zoals vervoer van en naar school, wat niet alleen een financiële last met zich meebrengt, maar ook logistieke problemen kan veroorzaken. Deze beperkingen suggereren dat de afwezigheid van een kind binnen het onderwijsproces niet uitsluitend te wijten is aan het ontbreken van financiële middelen.
Dit rapport onderstreept de complexiteit van armoede en de noodzaak van een geïntegreerde aanpak om het welzijn van kinderen te verbeteren.
SD