De politicus Bharat Jagdeo heeft geprobeerd de aandacht van het Guyanese publiek af te leiden door te wijzen naar Suriname. Guyana zou van de vruchten van olievondsten genieten zegt hij en Suriname kan dat nog niet en de kansen worden ook voor Suriname kleiner naarmate de tijd verstrijkt. De politicus zegt dus aan het Guyanese volk, dat ze blij moeten zijn, maar de vraag rijst: blij zijn voor wie? We zien steeds vaker analyses van derden buiten Guyana dat de olieopbrengsten niet veel betekenen voor de massa. De Staat noteert wel een ongekend hoog bbp en de groei daarvan, maar het heeft zich nog niet vertaald naar impact in de verschillende districten van Guyana. Er verschijnen met regelmaat berichten dat de oliemaatschappijen alleen echt van de olie beter worden. Er wordt ook veel verwezen naar de corruptie in Guyana en dat in rechtszaken het zelfs voorkomt dat de Guyanese instituten partij kiezen voor de oliemaatschappijen dan voor het Guyanese volk.
In een recent verschenen analyse die op YouTube is gepost hebben onderzoekers een indicatie dat de Guyanese politici zijn omgekocht door de rijke bedrijven die machtiger zijn dan hele continenten. Er worden dus in Guyana kritische vragen gesteld en de laatste keer heeft Jagdeo verwezen naar Suriname, dat waarschijnlijk niet zal profiteren als Guyana van de vondsten. Alleen lezen we in het artikel niet hoe de Guyanese politicus de vooruitgang van de eigen bevolking heeft uitgelegd met feiten en cijfers. De politicus heeft beweerd dat Guyana nog op de valreep olie kon verkopen in een periode waarin nagedacht wordt over de energietransitie. Dat is een uitvloeisel van het Parijs Akkoord, waarin alle landen in de wereld worden gedwongen om de verbranding van fossiele brandstoffen uit te faseren in het belang van de planeet.
We zien nu dat deze klimaatverandering in full swing in werking is. Suriname maakt nu een ongekende droogte mee waar goten zijn opgedroogd en er kraters in zijn gaan ontstaan, voor het eerst. Ook hebben we al bosbranden gekend. De aanhoudende droogte zal van invloed zijn op de voedselproductie van Suriname en de voedselzekerheid. Suriname gaat een periode van stijging van de prijs van groente en fruit tegemoet. Wat de Guyanese politicus heeft gezegd over Suriname is niet geheel onjuist, alleen is het in een verkeerde context gebruikt. Aan de verwijzing naar Suriname heeft het Guyanese volk niets. Maar, het inderdaad zo dat Suriname olie gaat exploreren in een tijd waarin de druk op de landen en de oliemaatschappijen groot zal zijn om de oliewinning te laten voor wat het is. Landen moeten nu plannen gaan presenteren hoe ze hun energiebehoefte groener gaan maken en duurzamer. Dit proces heet energietransitie.
Fossiele brandstoffen zijn koolstofhoudende verbindingen, die onder hoge druk en temperatuur gedurende miljoenen jaren in de aardkorst zijn gevormd, uit resten van plantaardig en dierlijk leven, vooral in het carboon, maar ook in andere geologische tijdperken. Onder de fossiele brandstoffen vallen de koolwaterstoffen aardolie en aardgas, en verder steenkool en bruinkool. Ook turf, gewonnen uit hoogveen en laagveen, is een product in deze reeks, maar turf is nog niet blootgesteld aan de extremen van druk en temperatuur diep in de aardkorst, die tot de vorming van kolen, olie en gas hebben geleid. Naast koolstof bevatten de meeste fossiele brandstoffen ook zwavel. Het gebruik van deze brandstoffen is slecht voor de aarde en moet worden uitgefaseerd. Omdat het omvangrijke, wereldwijde gebruik van fossiele brandstoffen bijzonder schadelijk is voor het milieu, zou hun verbruik snel moeten dalen, door een omschakeling naar duurzame energie: de zogenaamde energietransitie. In werkelijkheid stijgt (in 2019) het gebruik van fossiele brandstoffen op mondiaal niveau nog steeds.
De productie door alternatieve energiebronnen neemt weliswaar flink toe, maar deze vormen tot dusver slechts een toevoeging op het eveneens stijgende gebruik van fossiele brandstoffen, en zijn dus geen vervanging daarvan. Een van de oorzaken is een overheidsbeleid dat zich meer richt op het stimuleren van duurzame energie, dan op het terugdringen van fossiele brandstoffen. Suriname heeft op de laatste klimaattop gepleit om als kleine land een kans te krijgen om zonder extra belasting haar olievoorraden te kunnen winnen en verkopen.
Energietransitie is de overgang naar een situatie waarin de energievoorziening structureel anders van aard en vorm is dan in het huidige energiesysteem. In dit nieuwe systeem is fossiele brandstof grotendeels vervangen door duurzame energiebronnen, is er veel aandacht voor energiebesparing en energieopslag en is de energievoorziening meer decentraal georganiseerd.
Het met deze transitie verbonden beleidsdoel is door de internationale gemeenschap neergelegd in het Klimaatakkoord van Parijs: de toename van de wereldgemiddelde temperatuur houden tot ruim onder 2°C boven het pre-industriële niveau. Het verdrag betekende een doorbraak. De uitwerking ervan verschilt echter sterk per land, en niet alle landen onderkennen de urgentie van een energietransitie. Suriname loopt wel wat dit betreft netjes in het gareel, althans op papier.
Er is veel debat over de effecten en vormgeving van de energietransitie die sterk verschilt per land en in veel landen nog nauwelijks is begonnen. Uit een analyse van de huidige toezeggingen om de uitstoot tussen 2020 en 2030 te verminderen, blijkt dat bijna 75 procent van de klimaatbeloften gedeeltelijk of volledig onvoldoende zijn om bij te dragen aan het verminderen van broeikasgasuitstoot met 50 procent tegen 2030. Sommige van deze toezeggingen zullen waarschijnlijk niet worden gerealiseerd. In 2017 was het brandstofgebruik in de wereld 15% hernieuwbaar met grote verschillen tussen landen. In Rusland was het 1%, Nederland 3%, de VS 8%, India 36%, Nigeria 84%. Het elektriciteitsgebruik was in de wereld 21% duurzaam, in Zuid-Korea 3%, Nederland 15%, de EU 30%, Brazilië 74%, Noorwegen 98%. De CO2-uitstoot verschilt ook sterk per land en per persoon. Suriname is een carbon negatief land, maar wel met een uitstoot.
In Suriname is de Energie Autoriteit Suriname bezig geweest met hernieuwbare energie, maar intussen zien we in de wereld een roep naar een rechtvaardige energietransitie, met de nadruk om niet alleen de planeet maar ook de mens. En dat is de nieuwe weg die landen moeten opgaan, ook Suriname. De Surinaamse regering moet de toekomst plannen met een gematigde inbreng van de olie- en gassector want het profiteren daarvan zal moeilijker worden.