De herdenking van Keti Koti zal in 2024 nog niet plaatsvinden rond een Leids slavernijmonument. Het komt er wel, maar de gemeente wil eerst de resultaten afwachten van een onderzoek dat wordt ingesteld door de gemeente in samenwerking met de Universiteit Leiden. Onderzocht wordt de Leidse rol bij de slavernij die officieel 160 jaar geleden werd afgeschaft in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen, zo bericht de nieuwswebsite Sleutelstad.nl.
Dat onderzoek is een van de aanbevelingen uit een adviesrapport van Peggy Wijntuin die door de gemeente was aangetrokken om in kaart te brengen welke stappen de gemeente moet nemen om recht te doen aan het onder ogen zien van de Leidse rol bij de slavernij. Wijntuin schreef er het adviesrapport ‘Een verbonden stad. Advies slavernij- en koloniaal verleden van Leiden‘ over. Dat is ook waar het college op aanslaat. “We moeten breder naar het verleden kijken”, zegt wethouder Abdelhaq Jermoumi. “Niet alleen naar de trans-Atlantische slavernij, maar ook naar ons koloniale verleden.” Daarbij wordt ook gekeken naar de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC).
Na de uitgebreide herdenking en viering van Keti Koti rond 30 juni en 1 juli van dit jaar, komt er voortaan elk jaar zo’n herdenking. Keti Koti krijgt een ‘gemeentelijke status’ naar het model van de nationale dodenherdenking op 4 mei.
Als het onderzoek heeft uitgewezen welke de rol het stadsbestuur, de universiteit en de Leidse samenleving vervulden in het slavernij- en koloniaal verleden, kan volgens het college ook beter invulling worden gegeven aan de opdracht aan een kunstenaar om een slavernijmonument of andere kunstuiting te maken.