De staat moet onder andere afhankelijk zijn van belastingheffingen om haar huishouding draaiende te houden. Echter, deze heffingen mogen geen vorm van uitbuiting van de gemeenschap zijn. Wanneer een staat dit doet puur omdat ze machthebber is, kan dat worden beschouwd als een “gangsterstaat.”
Onlangs heeft de overheid besloten om 10% BTW in te voeren op het verbruik van benzine. De consument betaalt SRD 3,50 voor benzine, waarvan SRD 1 extra overheidsheffing is, bekend als de overheidsbijdrage.
Deze overheidsbijdrage werd ingevoerd tijdens de regering van Venetiaan-Ajohia, met de bedoeling deze tijdelijk te gebruiken om de kosten te dekken. Echter, geen enkele regering heeft deze heffing daarna weer ingetrokken en beschouwt het nu als een permanente inkomstenbron.
Nu vraagt men de regering om die SRD 1 te verwijderen, aangezien de staat nu 10% BTW ontvangt op benzine. De minister van Financiën beweert dat het verwijderen van de SRD 1 weinig verschil zal maken voor de consument, maar dat de staat op jaarbasis een half miljard SRD minder zal ontvangen.
Hiermee spreekt de minister zijn eigen stelling tegen, door te beweren dat de consument het niet zal merken, terwijl een besparing van een half miljard SRD wel degelijk impact zou hebben, aangezien dit geld anders door de consument zou worden uitgegeven en de consumptie zou stimuleren.
Voor de consument is het van belang dat de staat ook rechtvaardig handelt, wat in dit geval niet het geval is vanwege de buitensporige heffing. Deze onrechtvaardigheid leidt tot irritatie en onvrede bij de gebruikers, omdat ze machteloos staan tegenover de machthebbers die hun uitspattingen blijven rechtvaardigen, en dat allemaal om wille van SRD 1.