Wereld Leraren Dag wordt jaarlijks op 5 oktober gehouden. Het is bedoeld om alle leraren over de hele wereld te herdenken. Dit jaar herdenken we de dag wanneer in de media het bericht verschijnt, dat de leraren niet tevreden zijn met de opstelling van de voorzitter van de Bond van Leraren (BvL) en de Associatie van Leerkrachten in Suriname (ALS). In 2023 zullen de vieringen van de Wereld Leraren Dag zich richten op het thema “De leraren die we nodig hebben voor het onderwijs dat we willen: de mondiale noodzaak om het lerarentekort terug te draaien”.
Door de Unesco, de VN-organisatie die belast is met het onderwijsgebeuren, is gemeten dat er mondiaal sprake is van een lerarentekort. De Unesco richt zich ook tot de leraren in de wereld. De organisatie gaat ervan uit dat leraar zijn de unieke kans biedt om een transformerende en blijvende impact te hebben op de levens van anderen. Leraren helpen door bij te dragen aan het vormgeven van een duurzame toekomst. Unesco herdenkt hoe leraren het onderwijs transformeren. In Suriname moet dat ook steeds meer gaan gebeuren, omdat de indruk bestaat dat hier de leraren meer gaan voor heet voortzetten van het oude en niet bereid zijn om vernieuwingen te helpen vorm geven.
Het Surinaams ministerie van Onderwijs moet zich ook inspannen om na te denken over de steun die leraren nodig hebben om hun talent en passie volledig in te zetten. De wereld wordt geconfronteerd met een ongekend mondiaal lerarentekort. Dit wordt verergerd door een achteruitgang van de arbeidsomstandigheden en status van de leraren. We hebben recent in onze samenleving ook meegemaakt dat leraren op een school massaal hun ontslag hadden ingediend. Dat komt uiteindelijk omdat, het minOWC nalaat om kwaliteits- en arbeidsstandaarden uit te vaardigen waaraan alle scholen in Suriname gebonden zijn, ook de scholen in het bijzonder onderwijs. Het openbaar onderwijs omvat scholen die door de overheid worden gedraaid. De bijzondere scholen worden op verschillende niveaus door religieuze stichtingen gedraaid.
Keerkracht is een gefeminiseerd beroep in Suriname waar dus vrouwen de dienst uitmaken. Toch zien we in de onderwijssector weinig respect en erkenning voor de vrouw die leraar is, maar ook een jonge moeder of (mede)hoofd van een gezin. We zien ook dat er weinig begrip en respect is voor zwangerschap en moederschap. Ook merken we dat er sprake is al enige tijd, van contractarbeid in het onderwijs. Aan leraren worden geen vaste betrekkingen aangeboden, maar korte contracten of relaties met de scholen die geen dienstverband zijn. Overigens wordt het in het algemeen wel toelaatbaar geacht dat bepaalde scholen religieuze normen hanteren binnen de school voor leerlingen en voor de volwassen leerkrachten. Deze vrijheid gaat niet zover dat leerkrachten verplicht kunnen worden om deel te nemen aan kerkelijke activiteiten. Het kan wel geëist worden van leraren dat ze zich zullen gedragen naar de regels van het geloof en niets zullen doen dat indruist tegen de belangrijke regels van de religie. Dan denken we vooral aan het zedelijk leven van de leraren. Deze zaken worden vooraf met de leerkrachten afgesproken voordat ze in dienst treden. Achteraf hebben de leraren dan in principe geen recht om daarover te gaan klagen. Dit alles ontslaat minOWC niet van de plicht om zelf na te gaan of de religieuze (leef)regels die die door het bijzonder onderwijs aan leraren wordt opgelegd, neerkomen op discriminatie op basis van religie. Wij meenden dat het eisen van religieuze normen van leerkrachten niet als discriminatie kan worden gezien.
In het recente geval is door de leraren geklaagd dat ze geen lange broeken dragen, maar rokken of jurken. Die kledingvoorschriften mogen in het bijzonder onderwijs worden gesteld. Ook zou een islamitische school bijvoorbeeld kunnen eisen dat de leraren een hoofddoek dragen. Deze zaken vallen niet onder discriminatie of een ander ongewenst fenomeen. Ze mogen ook geen sieraden dragen is een klacht en ook deze eisen mogen door de religieuze stichtingen worden geëist. Het zijn zaken waarmee de organisatie/werkgever niet komt halverwege de rit, maar bij de poort dus als de mensen in dienst treden. De leraren weten dan waar ze aan toe zijn. Er wordt te veel gelet (op de handel en wandel) van de leerkrachten en daartegen zouden ze op de school moeite hebben, maar wij vinden dat een schoolleiding wel moet letten op het moreel en zedelijk gedrag van een leraar. Die kunnen niet een losbandig leven hebben in een kleine samenleving omdat ze een voorbeeldfunctie hebben en met gezag voor de klas moeten kunnen staan.
Wij vinden het daarom niet terecht dat leraren klagen dat er te veel op ze wordt gelet, het is een plicht van de schoolleiding om dat te doen. Wij hebben ook moeite om te geloven dat op een bepaalde school die valt onder de inspectie en supervisie van minOWC religieuze regels belangrijker zijn dan het onderwijs. Immers, er wordt lesgegeven volgens de standaarden die het ministerie van Onderwijs vaststelt. De vakken, de didactiek en het curriculum zijn door het ministerie vastgesteld. De kinderen komen niet primair op deze school om te bidden of voor godsdienstonderwijs, maar hoofdzakelijk voor normaal onderwijs zoals op andere scholen. Deze case van de lagere school is een duidelijk voorbeeld van wat er in onze onderwijssector mis is.
De dragers van het onderwijs in een land zijn de leraren en daarom wordt World Teachers Day herdacht. Leraren zijn personen met hoge moreel-ethische standaarden, ze zijn heilig voor de kinderen aan wie ze les geven. En daarom vinden wij dat schoolleidingen hoge moreel-ethische eisen mogen stellen aan hun leraren. Een lerarenkorps dat daar moeite heeft zal misbaksels als product van de school afleveren en dat zal zich vertalen in kapotte straten, corruptie en een labiele economie. Rond World Teachers Day brengen we hulde aan de leerkrachten, dat ze daar waren en er nog steeds zijn.