Op dit moment bevindt president Santokhi zich in de Dominicaanse Republiek voor een officieel staatsbezoek aan het Caribische land. Dit is de tweede keer dat een Surinaams staatshoofd de Dominicaanse Republiek bezoekt. In 2012 bracht president Desi Bouterse een bezoek.
De Dominicaanse Republiek, gelegen op het eiland Hispaniola, is het op twee na grootste land in het Caribisch gebied, na Cuba en Haïti. Met Santo Domingo als hoofdstad en een bevolking van ongeveer 11 miljoen mensen, is Spaans de officiële taal en domineert het rooms-katholicisme als religie.
Het bezoek heeft als doel verschillende internationale onderwerpen te bespreken die van invloed zijn op de wereldgemeenschap. Hoewel Suriname geen aanzienlijke handelsvoordelen lijkt te bieden aan de Dominicaanse Republiek, zal ook de handelsrelatie tussen beide landen ter sprake komen.
De economie van de Dominicaanse Republiek steunt hoofdzakelijk op diensten, landbouw en industrie, met een focus op suiker- en koffieproductie en een groeiende toeristische sector. Suriname heeft echter weinig indrukwekkende agrarische prestaties te delen, gezien de Dominicaanse Republiek zelf een belangrijke exporteur van landbouwproducten is.
Ondanks de toeristische aantrekkingskracht en economische groei staat de Dominicaanse Republiek voor sociale en economische uitdagingen, zoals armoede, ongelijkheid en corruptie.
Het naburige Haïti vertoont aanzienlijke contrasten met de Dominicaanse Republiek. Terwijl de ene staat relatief welvarend is, wordt de andere als een falende staat beschouwd. Beide landen hebben grensconflicten en worden geconfronteerd met illegale overgangen en smokkelactiviteiten. De Dominicaanse Republiek heeft te maken met een aanzienlijke instroom van illegale Haïtiaanse immigranten, wat spanningen veroorzaakt tussen de twee bevolkingsgroepen.
Haïti is het armste land in de regio en wordt geplaagd door gebrek aan overheidscontrole, met grote delen van het land in handen van gewapende bendes. Momenteel hebben de Verenigde Naties een mandaat om Keniaanse politietroepen in Haïti in te zetten, met de steun van andere Caribische landen zoals de Bahama’s, Guyana en Jamaica. Of Suriname ook politietroepen zal bijdragen, is nog niet duidelijk, maar de regering heeft nog geen standpunt ingenomen.
De inzet van troepen in Haïti blijft een uitdaging, gezien de moeilijkheden die andere landen in het verleden hebben ondervonden bij het herstellen van stabiliteit. Ondanks eerdere interventies door landen zoals de Verenigde Staten en Brazilië, blijft Haïti worstelen met instabiliteit.
Opmerkelijk is dat deze keer voor het eerst een beroep wordt gedaan op een Afrikaans land om bij te dragen aan de inspanningen om stabiliteit te brengen in Haïti, omdat geen enkel land in de regio lijkt te willen interveniëren in dit complexe probleem.