Onderwijsminister Henry Ori, gaf maandag 2 oktober in zijn toespraak voor het nieuwe schooljaar aan, dat gelet op de binnengekomen informatie, het wijs is om voor de komende twee jaar de normen weer op te pakken. Dit betekent dat er gebruikgemaakt zal worden van de bekende overgangsrapporten met cijfers en daarnaast ook de voortgangsrapportages van elk kind.
Kinderen zullen niet meer automatisch doorstromen. Indien de schooldirecteur en de leraar tot de bevindingen komen dat het kind de klas moet overdoen, dan zal er ook ruimte hiervoor zijn. “Mijn wens als minister echter is ook dat als het kind de klas opnieuw doet, er aandacht zal zijn voor ‘niet alweer hetzelfde’ maar voor een aangepaste aanpak.”
Ori is ervan overtuigd dat alleen zittenblijven niet genoeg is om het kind in ontwikkeling te houden. Volgens hem hebben deze kinderen iets anders of extra nodig. “Pas dan heeft zittenblijven zijn nut.”
Verschillende kinderen vragen om verschillend behandeld te worden, stelde de minister. Hij heeft daarom verschillende maatregelen in kaart gebracht. Er zal bijvoorbeeld meer aandacht zijn voor het omgaan met verschillen in de klas, door een betere lesaanpak. Dit betekent dat de leerkrachten hun lessen gaan indelen op drie niveaus. Niveau 1 houdt in, dat de leerkrachten extra aandacht hebben voor de kinderen die meer tijd nodig hebben om de leerstof te begrijpen. Niveau 2 en 3 zijn de gemiddelde en snellere leerlingen die op hun niveau aandacht krijgen en sneller door kunnen.
Om de kinderen op de verschillende niveaus beter te begeleiden, zullen er trainingen aan de leerkrachten gegeven worden. De leerkrachten zullen zich gaan specialiseren in speciale programma’s voor bijvoorbeeld rekenen, taal of lezen voor leerlingen met grote achterstanden. Aanvullend zal het ministerie meer investeren in programma’s voor kinderen met een leerachterstand (remedial teaching) en voor kinderen met een leervoorsprong. Er zal verder ook aandacht zijn voor hulp en begeleiding na schooltijd, aandacht voor het coördineren van de zorg in de school en aandacht voor het tussentijds monitoren van de voortgang van de leerling.
De minister liet in zijn toespraak naar voren komen, dat hij openstaat voor feedback vanuit het veld om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Uiteindelijk wil hij bijdragen aan goed onderwijs voor de Surinaamse kinderen. Hij beseft dat het belangrijk is om beslissingen te nemen met de kinderen in gedachten, omdat die beslissingen uiteindelijk impact zullen hebben op hun verdere leven.
Volgens de minister is het schooljaar 2022-2023 niet vlekkeloos verlopen en is er nog veel werk te doen. “Daarvoor is zorg en aandacht, betrokkenheid en inzet en een besef van een gezamenlijke verantwoordelijkheid cruciaal om vele uitdagingen de baas te zijn”, sprak Ori. Hij gaf daarom ook aan, dat hij enorm zijn best gaat doen om in goed onderwijs te voorzien.
“Eindelijk licht in de tunnel”
Nadat bekend werd gemaakt, dat kinderen niet meer automatisch zullen doorstromen waren velen in de samenleving opgelucht. Vooral de leerkrachten en ouders. “Eindelijk licht in de tunnel”, zei een burger. Door het systeem van doorstromen waren sommige kinderen niet meer gemotiveerd om hun best te doen. Dit baarde de ouders, maar ook de leerkrachten enorm veel zorgen. Dat kinderen automatisch gingen doorstromen betekende dus dat ze steeds met een bepaalde achterstand naar de volgende klas zouden gaan, indien ze hun best niet voldoende hadden gedaan. In de meeste gevallen is gebleken dat de achterstand ook niet helemaal wordt ingelopen. Dit zou dus ook andere gevolgen met zich mee kunnen brengen voor de leerlingen op een later niveau.
SK