Enkele dagen terug is het nieuwe schooljaar in Suriname begonnen. Wat we dan standaard zien, zijn steeds de kinderziektes die in Suriname aanhouden en niet overgaan. Een standaardbericht dat nog moet komen is, dat het onderwijs in het binnenland nog niet van start is gegaan. Dat komt dan omdat er niet voldoende onderwijzers zijn en/of er zijn geen leermiddelen aangekomen in de binnenlanden. Dat heeft alles te maken met een slechte organisatie vanuit onderwijs en de schoolleiding.
Wat we steeds meer zien is dat ouders moeite hebben om hun leerlingen op de verschillende scholen te krijgen. Er is een klacht dat leerlingen niet in de buurt waar ze wonen een school hebben kunnen vinden. We zagen verder een foto op de social media langskomen van een school waar kinderen op de eerste lesdag met stoelen en tafels moeten sjouwen. We nemen aan dat het stoelen en tafels zijn die van het ene lokaal naar het andere worden gebracht. Wij dachten dat het personeel van de school en in het uiterste geval de volwassen leerkrachten van de school zelf met de conciërges in de vakantie deze zaken moeten hebben geregeld, dus dat ze zelf met de tafels en de stoelen hebben gesjouwd. Als het niet is gebeurd, dan is het een teken van een gebrek aan organisaties en discipline vanuit de schoolleiding.
Wat ook af te keuren is, is het signaal dat wordt gegeven aan de leerlingen, namelijk dat het geen zonde is om in een chaotisch land te leven zonder discipline, dus dat het normaal is. Dat is geen goed voorbeeld van leerkrachten naar de leerlingen toe in een land dat nog drastisch moet worden geordend. Die ordening moet waarschijnlijk ook nog grondig plaatsvinden in het onderwijs, namelijk in de mindset van de leerkrachten. Dat aan die mindset nog zwaar schort is onder andere te merken aan de houding van verschillende leerkrachten tegenover veranderingen in het onderwijs. Het blijkt namelijk dat elke keer wanneer er significante veranderingen op het punt zijn te worden doorgevoerd, en het een en ander nog trainingsarbeid van de leerkrachten zal vergen, dat er vanuit die kant verzet komt.
In verband met de opening van het schooljaar heeft professor Orie, de nieuwe Onderwijsminister, een aantal opmerkelijke mededelingen gedaan waar we even bij stil wensen te staan.
Impliciet heeft de minister aangegeven dat hij het beleid van een andere onderwijsdeskundige, Marie Levens, zal continueren. Levens en Orie zullen elkaar beter en sneller aanvoelen. omdat het echte onderwijsdeskundigen zijn. Het zijn geen leraren per se, want die zijn geen onderwijsdeskundigen. De minister gaf aan dat elk kind talent heeft en dat alle kinderen speciaal zijn. Het is onze taak om die talenten van alle kinderen zo goed mogelijk tot bloei te laten komen. Daarmee benadrukt ook deze minister het principe van: educatie voor iedereen en ‘leave no child behind’.
En het systeem van doorstromen is gebaseerd op dit principe, maar ouders van kinderen die goed presteren en goed kunnen leren in het nieuwe systeem vinden het oneerlijk dat andermans kinderen die het minder goed doen, samen doorgaan met hun kinderen. Het is heel mooi dat de minister als volwassene getracht heeft om in zijn rede voor opening van het onderwijsjaar zich te richten tot de kinderen. Daarvoor heeft hij aangepaste taal gebruikt, maar de samengestelde zinnen waren wel te lang voor de GLO-kinderen die ook snel vervelen van veel serieus gepraat. De vraag rijst wel of genoeg kinderen naar de inspirerende woorden van de minister hebben geluisterd. De minister zei dat er geen minister is voor kinderen en dat hij misschien wel die minister is. Maar voor ons is de minister van kinderen de minister die aanspreekpunt is voor de VN voor naleving van het Kinderrechtenverdrag. En wij dachten dat dit het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting is.
In zijn boodschap aan de studenten, dat zijn de oudere kinderen, heeft de minister de waarde van deze groep voor de toekomst van het land willen uitdrukken. Maar het is deze groep die in groten getale het land aan het verlaten is. De minister noemde zo toevallig dokters, leraren, verpleegkundigen, verzorgers. En dit is de groep die het land ook aan het verlaten is en waarschijnlijk zijn mensen in Suriname al overleden of zieker geworden. omdat ze door personeelstekorten niet konden worden opgenomen in ziekeninrichtingen. De minister zegt terecht dat er hulp nodig is aan de studenten. We pleiten al jaren voor een maandelijkse tegemoetkoming aan de studenten om ze op school te houden en kinderarbeid tegen te gaan. Ten minste moet dat gebeuren voor de studenten die een behoefte aangeven. De minister gaf aan dat de regering alvast een mogelijkheid gecreëerd heeft om de verhoging van de inschrijfgelden en materiële kosten enigszins te verlagen. De verhoging is dus verlaagd, maar dat betekent dat de kosten zijn gebleven en zal dit geen soelaas bieden aan de gezinnen met meerdere kinderen. De minister sprak over wetgeving voor hoger onderwijs maar gaf geen concrete wensen en maatregelen aan.
De minister heeft niet gesproken over de wetgeving voor basisonderwijs en dat is ook iets waarop jaren wordt gewacht. Zo zou die wetgeving nog minder dan voorheen aansluiten op nieuwe arbeidswetten. De minister spoorde studenten aan om lang te blijven studeren, omdat we kader nodig hebben. Maar hoe we studenten gaan tegemoet komen. die komen uit arme gezinnen. is niet besproken. Een groot probleem blijft overigens ook het wegtrekken van de studenten en het afgestudeerd kader. Voor dat bloeden is er geen remedie.
De minister richt zich met betrekking tot het doorstroomsysteem inderdaad tot de ouders en dat bevestigt ons vermoeden dat het de ouders zijn die bezwaar hebben en niet de ouders van de ‘zwakke’ kinderen. De minister heeft de maatregel aangekondigd dat voor de komende twee jaren de bekende overgangsrapporten met cijfers zullen gelden en daarnaast ook de voortgangsrapportages van elk kind. Dat betekent dat het systeem van blijven zitten en uitvallen, dus het schoolsysteem vroegtijdig verlaten zal worden, gehandhaafd. De minister gaf aan dat als het kind de klas opnieuw doet, er aandacht zal zijn voor niet alweer hetzelfde maar voor een aangepaste aanpak. Wij denken dat dit ook op verzet zal stuiten van andere ouders, namelijk van de kinderen die niet tot de groep behoren. Ook zullen leerkrachten tegen deze nuancering verzetten.
De minister gaf aan dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat doorstromen beter werkt dan een klas overdoen. Slechte leerprestaties hebben meestal te maken met de sociaal-economische thuissituatie. Hij gaf aan dat de thuissituatie niet opgelost is met kinderen laten blijven zitten. Verschillende kinderen moeten verschillend behandeld worden, terecht, maar dat wordt door ouders gezien als discriminatie en door leraren als extra onbetaald werk. De minister heeft een 6-tal technische instructies gegeven aan leerkrachten, maar omdat ze nu van een politicus komen, want dat is een minister in de optiek van de gemiddelde Surinamer, zal het niet in goede aarde zijn gevallen.
Dat geldt ook voor de talrijke vernieuwingen die de minister in het vooruitzicht stelt. Op deze vernieuwingen, die zeer interessant zijn, en deze minister nog 5 jaar nodig zal hebben na 2025, gaan we binnenkort weer in. We hopen dat de minister ook na 2025 de ruimte krijgt om als waarachtige technocraat zijn mooie realistische plannen uit te voeren.