“Ik heb verschillende dromen, ik weet niet welke eerst uit komt. Ik wens dat wij snel uit het isolement komen en dat wij weer normaal kunnen zijn. We moeten weer gaan naar de glorietijden van Suriname. Ik hoop dat het terugkomt. We werken eraan dat ook de sociaal-zwakkeren het goed gaan hebben. De prijzen in de winkels, dat alles weer normaal wordt. Ik weet niet hoe wij dat gaan doen, maar er zijn een aantal dingen die wij gaan moeten doen”, zo sprak vicepresident Ronnie Brunswijk bij een persmoment eerder deze week.
Hij blijft trekken aan het beleid en is ook actief bezig op het politiek veld. Als ABOP-voorzitter is hij steeds vaker op politieke podia en heeft keer op keer aangegeven klaar te zijn voor meer verantwoordelijkheden.
Dit komt op een moment dat zijn coalitiepartner, president Chan Santokhi, die ook VHP-voorzitter is, in het parlement in zijn jaarrede vrijdag heeft gesteld dat de slagvaardigheid van de coalitie overschat is. Volgens de president is hij te optimistisch geweest over het tempo waarin fundamenteel ontspoorde zaken weer op spoor konden worden gezet. Hij gaf aan dat de goede afspraken in het regeerakkoord met Brunswijk niet naar wens zijn verlopen.
De president impliceert dat hij het eens is met de vicepresident over de armoede, door aan te geven dat op micro-economisch gebied de samenleving een hoge prijs heeft betaald voor crisisbeheersing. “Bepaalde groepen zijn onder de armoedegrens gekomen. Velen plukken nog steeds niet de vruchten van ons toekomstgericht beleid, om de economie fundamenteel recht te trekken. Ik ben me bewust van de pijn, die de hervormingsmaatregelen hebben gebracht, en nog even zal brengen. Ik sluit mijn ogen daar niet voor”, aldus de president.
Het is nu de vraag hoe de eerste en tweede man van het land samen kunnen zorgen voor daadwerkelijke verandering in de samenleving.