Een werkgever vergoedt normaal een deel van de reiskosten van de werknemer. Leerkrachten krijgen echter geen vervoerstoelage. Alleen voor de leerkrachten die op verre plekken lesgeven worden bussen ingezet.
Het gevolg hiervan is dat leerkrachten gebukt gaan onder de hoge reiskosten. Een leerkracht die elke dag vier bussen moet pakken en soms ook nog een taxi, geeft aan, dat ze per maand zo’n SRD 3.000 uitgeeft aan reiskosten. Een leerkracht die per eigen vervoer naar het werk gaat, zegt, dat ze per week SRD 800 moet uitgeven aan benzine. Per maand komt dat op een bedrag van SRD 3.200. En dat is meer dan de koopkrachtversterking van de leerkrachten, merkt zij op.
De leerkrachten hebben vaak aandacht gevraagd voor dit probleem. In 2021 had een groep leerkrachten aan de regering gevraagd om de verhoogde brandstofprijzen terug te draaien of een vervoerstoelage te verstrekken aan de leerkrachten. Echter is er vanaf die periode niets van de grond gekomen.
In dit jaar hebben leerkrachten ook gevraagd naar een oliekarta, zodat ze een keer per maand full kunnen tanken. Echter is de regering niet akkoord gegaan met dit voorstel en hebben de leerkrachten een koopkrachtversterking van SRD 2.500 gehad voor 6 maanden. Dit zal mogelijk weer verlengd worden voor 6 maanden. Maar, als de koopkrachtversterking niet eens genoeg is om de reiskosten te dekken, hoe moeten leerkrachten dan verder?
Het salaris van velen was al nooit toereikend om alle kosten te dekken. Sommige leerkrachten verdienen amper SRD 7.000 (netto salaris) zonder de koopkrachtversterking.
SK