Het NDP-Assembleelid Rabin Parmessar is ernstig bezorgd over de toestroom van Italiaanse immigranten naar Suriname voor gezinshereniging. Hij plaatst een aantal vraagtekens bij het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS). Rond eind maart dit jaar heeft Buitenlandse Zaken besloten de inreismaatregelen van Haïtianen uit Haiti versoepeld. Haïtianen mogen sindsdien naar Suriname afreizen voor gezinshereniging en of familiebezoek. Uit kringen rond het consulaat van Haïti in Paramaribo wordt vernomen dat er meer dan 1.500 verzoeken zijn van Haïtianen die voor gezinshereniging naar Suriname willen immigreren. De verwachting is dat dit aantal alleen maar zal toenemen, onder meer vanwege de onstabiele politieke en economische situatie in Haïti.
Parmessar vindt dat het beleid van het ministerie van BIBIS met betrekking tot instroom van Haïtianen, ook niet los moet staan van een te voeren bevolkingsbeleid. “Als land dienen wij een beleid te formuleren over wie en welke categorie arbeidskrachten we het land willen binnen halen. Het Surinaams kader trekt weg en met het oog op de ontwikkelingen in de olie- en gasindustrie zijn er mensen nodig op de arbeidsmarkt”, aldus de NDP-fractieleider. Zoals zaken er nu aan toe gaan met de instroom van Italiaanse immigranten, vindt hij dat deze chaotisch is. Het kan volgens de parlementariër zelfs als wanbestuur worden aangemerkt.
Regering creatief
De versoepeling van het inreisverbod voor Haïtianen houdt onder meer in dat Haitianen uit Haïti voor gezinshereniging en of familiebezoek wel naar Suriname mogen afreizen. Het verzoek voor toestemming om naar Suriname af te reizen dient gericht te worden aan het ministerie van BIBIS. Die gaat via het Bureau voor Burgerzaken (CBB) en het onderdirectoraat Vreemdelingenzaken na of de aanvrager familieleden in Suriname woonachtig heeft en of de familieleden over een legale verblijfsstatus beschikking. Bij het consulaat van Haïti in Paramaribo worden de ingediende documenten geverifieerd op echtheid. Zo liet BIBIS in maart dit jaar weten.
Parmessar zegt dat niet duidelijk is wat de omschrijving van familieleden is. Hij vreest dat de regering op allerlei creatieve manieren kan omgaan met de formulering “familieleden”. Dat heeft ze ook eerder laten blijken als het gaat om de komst van Haïtianen in Suriname. Tijdens de Covid-periode werden ondanks dat er een vluchtverbod gold voor vluchten uit Haïti, toch vluchten uitgevoerd met toestemming van de autoriteiten. De resultaten van een onderzoek in deze kwestie, alsook naar het lot van de aanwezigheid van grote aantallen illegale Haïtianen in Suriname is nimmer bekend gemaakt. Over wie de verantwoordelijken zijn, is evenmin nimmer iets bekend geworden. De rol en de invloed van een bekende Haïtiaanse ondernemer in alles van de regering die met de komst van Haïtianen te maken heeft, is bekend.
Vertrouwen in CBB
Parmessar zegt ook niet helemaal gerust op te zijn over het CCB zoals die als instituut op dit moment functioneert. Bij aanvragen van Haïtianen uit Haiti voor gezinshereniging met familie in Suriname, dient het CBB na te gaan of de aanvrager familieleden heeft in Suriname. Het CBB functioneert als instituut verzwakt. De NDP-fractieleider verwijst naar recente kwesties zoals de onregelmatigheden rond de uitgiftes van paspoorten, kwesties rond identiteitsbewijzen en het geval rond mevrouw Asawini.
Met het oog op de komende algemene verkiezingen is het volgens Parmessar van groot belang, dat het vertrouwen in het CBB er moet zijn. Immers is het deze belangrijke instantie die gaat over wie allemaal in het land kiesgerechtigd zijn. De kiezerslijst wordt vanuit het CBB samengesteld. Bij de komende openbare vergaderingen van de Nationale Assemblee en zeker tijdens de begrotingsbehandeling, zegt de NDP-fractieleder het beleid rond de inreis van Haïtianen uit Haïti in verband met gezinshereniging onder de aandacht te zullen brengen.
Hij vindt dat de regering met het oog op een te voeren bevolkingsbeleid een beleidsnota moet presenteren aan het parlement. Over de aanwezigheid van de Haïtiaanse gemeenschap in Suriname zegt Parmessar dat deze groep een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van het land. De komst van eerste groep Haïtiaanse immigranten dateert van 1977. De generaties die daaruit voort zijn gekomen hebben zich heel goed weten te integreren in de Surinaamse samenleving en via onderwijs zich hoger weten op te werken op de maatschappelijke ladder. Sinds kort wordt in Suriname de Haïtiaanse immigratiedag herdacht.
SS