Richard Madeley wordt bekritiseerd vanwege zijn ‘verachtelijke’ en ‘betuttelende’ behandeling van de Guyanese president Irfaan Ali in de aflevering van Good Morning Britain, GMB, van woensdag (20 september).
Ali sprak tijdens de Algemene Vergadering van de VN in New York de wereldleiders toeover zijn overtuiging dat Groot-Brittannië moet beseffen dat het “nog steeds profiteert” van zijn historische rol in de slavernij.
Uren voor zijn toespraak verscheen de Guyanese leider via een videoverbinding op GMB, waar Madeley boos leek te worden op zijn gast vanwege de suggestiem dat de koninklijke familie zou moeten aanbieden om herstelbetalingen te doen aan de huidige generaties.
Toen Madeley zich afvroeg waarom ‘iemand die misschien zeven of acht generaties geleden een voorouder had, de last van daden uit het verleden zou moeten dragen’, antwoordde Ali: ‘Oh, het is helemaal geen last. Jij bent een van de begunstigden van die slavenhandel, dus dit is geen last.”
Hij vervolgde: “Je zou je zorgen moeten maken en moeten betalen omdat je vandaag de dag nog steeds profiteert van de grootste vernedering jegens de mens, en dat is de slavenhandel. En niet alleen profiteerde u van de slavenhandel en ontwikkelde uw land zich, maar kijk eens wat het de ontwikkelingslanden heeft gekost.”
“Tijdens de slavernij werden middelen gebruikt om je land op te bouwen, je capaciteit op te bouwen. Je kon toen concurrerend worden, investeren in mechanisatie en ontwikkelingslanden als het onze bleven achter. U moet zich dus grote zorgen maken, want u bent de voornaamste begunstigde van de slavernij.”
Madeley, die steeds meer gefrustreerd raakte, vroeg: “Een van de punten die u vandaag naar voren gaat brengen gaat over onze koninklijke familie, en u denkt dat het niet alleen om de financiën gaat die voor u betrokken zijn in de vorm van herstelbetalingen wegens slavernij, het gaat om gebaren.”
Hier sloeg hij zijn hand op het bureau voor hem en voegde eraan toe: ‘En jij vindt dat de Britse koninklijke familie gebaren moet maken, nietwaar? Wat bedoel je? Een paleis overdragen?”
Ali bleef kalm en antwoordde: “Nou nee, we willen niet dat de Britten een paleis overdragen dat we hebben gebouwd.”
Terwijl je Madeley op de achtergrond kon horen lachen om Ali’s antwoord, vervolgde de president: ‘Als je naar veel van de paleizen in Groot-Brittannië gaat, zul je het mooie harde werk uit Guyana zien. Je zult het zweet, de tranen en het bloed zien van de slaven die werden uitgebuit, en de inkomsten die met de uitbuiting werden verdiend. We vragen dus niet om een paleis; wij vragen om gerechtigheid.”
Madeley is sindsdien niet alleen bekritiseerd vanwege zijn vragen, maar ook vanwege de ‘verachtelijke’ en ‘neerbuigende’ manier waarop hij ze stelde, en zijn reactie door met zijn hand op tafel te slaan en te lachen om Ali’s antwoord.
Bron: Independent.