Nederland heeft Suriname gekoloniseerd vanaf 1667, toen het land definitief werd overgenomen door de Nederlanders na de Vrede van Breda. Echter, de kolonisatie begon al eerder, met de oprichting van de stad Nieuw-Amsterdam (het huidige Paramaribo) in 1630 door de Engelsen. Nederland heeft tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 over het land geregeerd.
Zowel Nederland als de burgers van het land die over Suriname hebben geregeerd, hebben veel kunstvoorwerpen, zoals houtsnijwerk, textiel, aardewerk en andere etnografische objecten, meegenomen naar Nederland. Deze objecten bevinden zich nu in verschillende musea en privécollecties.
Het is belangrijk dat ons land deze historische objecten, die gestolen zijn, laat registreren en er een waarde aan toekent. Na de erkenning dat Nederland gestolen eigendommen onder haar beheer heeft, kunnen de huidige overheden afspraken maken over teruggave en/of bewaring in Nederland. Dit is mede vanwege het feit dat ons land momenteel niet beschikt over de juiste bewaarruimte, financiële middelen en beveiliging. Historisch gezien hebben Europese landen zoals Nederland, België, Spanje en Engeland grote koloniale rijken opgebouwd en de landen die ze overheersten zowel van grondstoffen als kunstvoorwerpen beroofd.
Tientallen Nederlandse families die tegenwoordig grote multinationals bezitten, hebben hun rijkdom opgebouwd met de arbeid en hulpbronnen van de gekoloniseerde landen. Vandaag de dag worden ze vaak gezien als gerespecteerde bedrijven, maar er is weinig aandacht voor de schendingen van mensenrechten uit het verleden.
Steeds meer landen beginnen hun gestolen eigendommen op te eisen, een proces dat stapsgewijs plaatsvindt. De landen die momenteel in het bezit zijn van gestolen goederen, zijn vaak terughoudend om deze terug te geven vanwege hun hoge waarde, die in de miljoenen loopt, en de opbrengst ervan op zowel de legale als de illegale kunstmarkt.
Cambodja
De familie van George Lindemann, voormalig CEO van Southern Union, heeft vrijwillig ingestemd met de teruggave van de artefacten aan Cambodja.
De collectie omvatte beelden en kunstwerken uit de 10e en 12e eeuw die waren gestolen uit Angkor Wat en Koh Ker, belangrijke religieuze en archeologische vindplaatsen in Cambodja.
Een standbeeld van Dhrishtadyumna, een held uit het Sanskriet-epos Mahabharata, werd gestolen uit de oude hoofdstad van het Khmer-koninkrijk, Prasat Chen.
Ander antiek omvat een 10e-eeuws beeldhouwwerk van Ardhanarishvara – een godheid die half mannelijk en half vrouwelijk is – een knielende figuur uit Banteay Srei, een oude tempel in Cambodja, en zes hoofden van deva’s en asura’s, of engelen en demonen. die de poorten naar de stad Angkor Thom uitlijnde.
Cambodja is in de loop van de geschiedenis door verschillende overheersers geregeerd. Enkele belangrijke overheersers zijn het Angkor-rijk, dat van de 9e tot de 15e eeuw regeerde, en het Frans koloniaal bestuur, dat duurde van 1867 tot 1953.
Daarna kende Cambodja een periode van onafhankelijkheid, maar in 1975 werd het land overgenomen door de Rode Khmer, onder leiding van Pol Pot.
Na een periode van verwoesting en genocide van 1975 tot 1979, werd Cambodja uiteindelijk bevrijd door een Vietnamees offensief.
Sindsdien heeft het land verschillende regeringen gehad.