Dit verhaal is fictie en alle omstandigheden zijn puur toeval. Daarnaast zijn de namen die gebruikt worden in dit verhaal fictief en hebben geen specifieke betekenis.
Op een dag kwamen er vreemde mensen naar het land van Ali. Ze waren jaloers op het succes van zijn volk en wilden het land overnemen. Ze hadden machtige wapens en Ali’s leger was niet sterk genoeg om hen te weerstaan.
De vreemde mensen vielen het land binnen en begonnen alles te vernietigen wat Ali had opgebouwd. Ze stalen al het geld, de boeken en vernielden de huizen en ziekenhuizen. Ali en zijn volk waren machteloos en moesten toekijken hoe alles wat ze hadden verloren ging.
Ali werd gevangen genomen en in de gevangenis gegooid. Hij kon niet begrijpen waarom deze mensen zo wreed waren. Hij had zijn volk geluk gebracht, hen geleerd om te lezen en te schrijven, en hen een beter leven gegeven. Waarom wilden ze dat allemaal kapot maken?
Terwijl Ali in de gevangenis zat, zag hij hoe zijn volk werd onderdrukt en uitgebuit door de nieuwe heersers. Ze leden, hadden geen rechten meer en werden behandeld als slaven. Ali kon het niet verdragen om zijn volk zo te zien lijden. Hij wist dat hij iets moest doen.
Op een dag kreeg Ali de kans om te ontsnappen uit de gevangenis. Hij verzamelde een groep trouwe volgelingen en begon een opstand tegen de nieuwe heersers. Ze vochten voor de vrijheid van het land en het welzijn van het volk. Ondanks de zware strijd en het grote risico slaagden ze erin om de vreemde heersers te verdrijven en Ali terug aan de macht te brengen.
Het volk verwelkomde Ali als een held en samen herbouwden ze het land. Ali besefte dat hoewel zijn dictatorschap tegenwoordig als negatief zou worden gezien, hij in feite het beste voor zijn volk had gedaan. Hij had hen onderwijs gegeven, gezondheidszorg geboden en een eerlijke beloning gegeven voor hun werk. Ze hadden geleerd om niet hebberig te zijn en waren tevreden met wat ze hadden.
Het verhaal van Ali en zijn volk laat zien. dat een dictatuur niet altijd slecht hoeft te zijn. Het hangt af van hoe de leider omgaat met zijn volk en welke waarden hij belangrijk vindt. Ali was een goede heerser omdat hij het geluk en welzijn van zijn volk vooropstelde en hun behoeften en belangen diende.