Besteden aan opzetten duurzame bedrijven groene sector
Op het nieuwsagentschap Reuters is het nieuws wereldkundig gemaakt dat Suriname het eerste land wil zijn om koolstofkredieten onder het Parijs Akkoord te verkopen. Een buitenlandse adviseur van de Surinaamse regering zou dit voornemen op een internationaal platform kenbaar hebben gemaakt. Nu is dit op zich zeer goed nieuws, maar de vraag reist uiteraard of Suriname in de eerste plaats in staat is om in de huidige coalitie eenstemmig achter dit voornemen te staan en beleid daarop te formuleren en acties te ondernemen. Ten tweede reist de vraag of er in Suriname genoeg deskundigheid is om de verkoop van koolstofkredieten voor te bereiden, te begeleiden en/of te monitoren. Wanneer landen op een forum staan, dan moeten ze het bewijs geven, aan het thuisfront of internationaal, dat ze er niet zomaar zijn voor de vorm. Meestal zijn politici op deze momenten geneigd om beloftes te doen of wensen kenbaar te maken, waarop men later terug zal komen of die men niet zal waarmaken. De wens van Suriname om als eerste land koolstofkredieten te verkopen, kenbaar gemaakt in het buitenland door een buitenlandse advirseur, komt als een donderslag bij heldere hemel. Thuis is er nauwelijks over deze materie gesproken, ook niet in DNA. De verkoop van koolstofkredieten kan mogelijk zorgen voor noemenswaardige inkomsten die waarschijnlijk niet aan de inkomstenzijde zijn begroot op de staatsbegroting van 2024 die nu in de maak is.
Verder zijn deze inkomsten niet opgenomen in de BBP-projecties van het IMF over de groei van de Surinaamse economie en de IMF-plannen. Wanneer een Surinaamse president op een forum de wens van de verkoop van koolstofkredieten te berde brengt, dan zal hij in het algemeen niet ongeloofwaardig zijn, omdat Suriname 1 van de 3 landen in de wereld is die carbon negative zijn, dus meer zuurstof dan kooldioxide produceren. Suriname behoort inderdaad tot de eerste landen te zijn die koolstofkredieten zullen kunnen verkopen. De twijfels reizen bij de oprechtheid van de uitgesproken beleidsintenties, bij het politieke draagvlak voor dit beleidsvoornemen en bij de aanwezigheid van de technische capaciteit in het land zelf. De vraag komt ook op waarom Suriname, trots men zwaar gebukt gaat onder een economisch probleem en een inkrimpende economie, tot nu toe nooit de moeite heeft genomen om deze potentieel haalbare mogelijkheid van inkomsten binnen te halen. De verkoop van koolstofkredieten zou Suriname kunnen binden aan enkele milieuvoorwaarden die in zouden geen tegen enge persoonlijke belangen van enkele politici. Is het nu zo dat de Surinaamse regering geen rekening hoeft te houden met deze enge persoonlijke belangen?
Het Parijs Akkoord Parijs van de VN uit 2015 om klimaatverandering tegen te gaan, zou een systeem omvatten dat aan landen de mogelijkheid biedt om koolstofkredieten te verkopen. De land die carbon credits hebben kunnen die verkopen aan de industriele landen die vervuilen en die de carbon credits niet kunnen hebben. Suriname zou een adviseur in de arm hebben genomen over de verkoop van de carbon credits heeft het internationale nieuwsagentschap Reuters gemeld. Dat is ook nieuws aan het thuisfront. Het is frappant dat we positief nieuws over Suriname moeten vernemen van de internationale pers met alle bijzonderheden. Is de regering bang voor sabotage wanneer het nationaal wordt besproken? Eerder zouden verkoop van koolstofkredieten door privébedrijven niet hebben geleid tot een klimaatbijdrage. Nu zal Suriname als regering koolstofkredieten proberen te verkopen. De verkoop leidt tot verdeeldheid onder deskundigen op de koolstofmarkt. Sommigen zeggen dat het verkopen van kredieten uit landen als Suriname de benodigde financiering voor ontwikkelingslanden zou kunnen opleveren. Anderen hebben hun bezorgdheid geuit over het feit dat de kredieten wellicht geen legitieme acties zijn om de opwarming van de aarde te beperken. De boskredieten van Suriname worden gegenereerd op basis van informatie die Suriname bij de Verenigde Naties heeft geregistreerd over de hoeveelheid koolstofvoorraden in het Surinaams bos. Als het land zijn bos beschermt zodat de koolstofvoorraad stijgt, kan het die winst verpakken in de vorm van koolstofkredieten. Dat betekent dat enge belangen, ondernemers die het bos vervuilen, omkappen en vernietigen, plaats zullen moeten maken voor het algemeen belang. En deze plannen worden door de politiek gedwarsboomd, dan denken we bijvoorbeeld aan de vp en de Abop. Suriname is een van de weinige ‘koolstof-negatieve’ landen, met zijn uitgestrekte oerwoud dat meer broeikasgassen absorbeert dan het ontwikkelingsland uitstoot. Het Parijs Akkoord praat over het verminderen van kooldioxide-uitstoot in de vorm van kredieten: ‘internationaal overdraagbare mitigatieresultaten’ oftewel ITMO’s. Deze kredieten die een bepaalde waarde hebben in USD zou Suriname aan andere landen of bedrijven kunnen verkopen die bijvoorbeeld vervuilende activiteiten hebben. Suriname zou binnen enkele weken ITMO-kredieten kunnen verstrekken, ondersteund door emissiereducties in zijn bossen. Ongeveer 30 bedrijven waren al aan het onderzoeken of ze de credits zouden kopen. De adviseur Conrad wist niet te vertellen hoeveel credits Suriname zoud uitgeven en wat de prijs zou zijn. En dan komt het…Reuters meldt dat het Surinaamse ministerie van Milieu niet heeft gereageerd op meerdere verzoeken om commentaar. Suriname zou emissiereducties in 2021 en 2022 hebben laten noteren bij de VN in het kader van REDD+. Suriname zou hebben verklaard dat gerapporteerde emissiebesparingen de verkoop van koolstofkredieten zouden ondersteunen. Dat is iets dat nooit van ROM is bekend gemaakt, ondanks het vele gepraat van de voormalige minister. Dus het goede nieuws wat Suriname kan helpen wordt voor de bevolking geheim gehouden. Suriname heeft een koolstofreductie geregistreerd bij REDD+ VN van 4,8 miljoen ton kooldioxide-equivalent voor 2021. Dat zou Suriname in staat stellen om tot 4,8 miljoen credits te verkopen, aangezien elke ton gelijk staat aan één credit. De LEAF Coalition, een privaat-publiek partnerschap van rijke landen als de Verenigde Staten en bedrijven als Amazon, heeft beloofd vrijwillig koolstofmarktkredieten te kopen om bosbescherming te financieren voor ten minste $10 per krediet. Suriname zou dus voor de koolstofreductie van 2021 al voor USD 48 miljoen carbin credits kunnen verkopen. Uiteindelijk zou het aan de koper zijn om de kredieten van Suriname te beoordelen. Van Suriname wordt verwacht dat het binnen enkele weken een eerste rapport zal indienen bij de VN, waarin staat hoe de verkoopopbrengsten zullen worden besteed.