De kosten van vliegtickets zijn in twee jaar tijd met 31% gestegen, volgens een onderzoek van het reisdatabedrijf Mabrian. Dit onderzoek bestreek de periode van juli 2021 tot juni 2023 en omvatte 157 landen. Budgetmaatschappijen zagen ook een stijging van 6% in hun tarieven. In juni 2023 waren Qatar, Mali, Jordanië, Panama en Soedan de duurste bestemmingen om naartoe te vliegen, terwijl Bolivia, Slowakije, Maleisië, Nepal en Colombia tot de goedkoopste behoorden.
De prijsstijgingen waren vooral merkbaar in Noord- en Zuid-Europa, rond de Middellandse Zee en in Azië. Het Midden-Oosten, met uitzondering van Qatar, had geen grote veranderingen in vliegticketprijzen. Carlos Cendra, de CMO van Mabrian, wees op hogere oliekosten, veranderingen in vliegroutes tijdens de pandemie en tekorten aan arbeidskrachten als factoren die bijdroegen aan de prijsstijging. Hij merkte ook op dat luchtvaartmaatschappijen de verloren winst proberen goed te maken door meer reizigers aan te trekken.
De achtergrond van deze prijsstijgingen is uniek, aangezien de COVID-19-pandemie de luchtvaartsector aanzienlijk heeft beïnvloed. Routewijzigingen en arbeidstekorten naast de traditionele factoren zoals olieprijzen en vraag hebben bijgedragen aan de prijsstijging. Voor budgetmaatschappijen, die al met smalle winstmarges werken, heeft zelfs een bescheiden prijsstijging van 6% een aanzienlijke impact op hun bedrijfsmodel.
De gegevens van juni 2023 laten zien dat evenementen zoals het WK voetbal in Qatar de prijzen kunnen beïnvloeden, terwijl sommige landen, zoals Bolivia en Nepal, nog steeds budgetvriendelijke opties bieden. Europa en Azië waren de regio’s met de grootste prijsstijgingen, die invloed hadden op het wereldwijde gemiddelde vliegtickettarief.