Persbericht : Staatsolie
TotalEnergies heeft de start van de voorontwerpstudies voor de ontwikkeling van het eerste productieveld in Blok 58 in offshore-Surinaams aangekondigd. Een finaal investeringsbesluit (Final Investment Decision, FID) wordt in het vierde kwartaal 2024 verwacht. De ontwikkeling van het eerste olieveld zal in totaal ongeveer US$ 9 miljard kosten.
Patrick Pouyanné, bestuursvoorzitter en Chief Executive Officer van TotalEnergies, heeft vandaag een bezoek gebracht aan Suriname om president Chandrikapersad Santokhi en de directie van Staatsolie te informeren over de verdere stappen in Blok 58. De aankondiging van de voorontwerpfase volgt op een bijeenkomst van Pouyanné met president Santokhi en Annand Jagesar, Algemeen Directeur van Staatsolie Maatschappij Suriname N.V.
TotalEnergies leidt als operator de uitvoering in het partnerschap met APA Corporation in Blok 58, elk met een belang van vijftig procent. Samen hebben zij in dit blok veertien putten geboord. De laatste put, Krabdagu-3, sloot het afbakeningsprogramma in augustus van dit jaar af. Dat programma betrof de evaluatie van de twee belangrijkste olievondsten in Blok 58, Sapakara South en Krabdagu, en bevestigde reserves van ongeveer 700 miljoen vaten in beide vondsten samen. Deze aangetoonde hoeveelheid is voldoende voor een gecombineerde ontwikkeling van de twee velden. In de voorontwerpfase (pre-Front End Engineering Design, pre-FEED) wordt het geselecteerde concept van het project verder ontwikkeld. Eind 2023 – na afronding van de pre-FEED – start het Front End Engineering Design, waarbij het voorontwerp zal worden verfijnd tot basisontwerp. Het FID zal naar verwachting in het vierde kwartaal 2024 worden genomen. De ontwikkeling van de velden zal volledig gericht zijn op olie. In totaal zal ongeveer US$ 9 miljard worden geïnvesteerd.
Het concept voor de ontwikkeling van het productieveld gaat uit van een drijvende productie- en opslagfaciliteit (Floating Production, Storage and Offloading, FPSO) met een productiecapaciteit van 200.000 vaten olie per dag, aangesloten op een onderzees netwerk op een waterdiepte van honderd tot duizend meter. Het ontwerp zal een minimale belasting van het milieu, door een lage uitstoot van broeikasgassen, nastreven.
Na de FID zullen de onderzeese installaties worden aangelegd, de drijvende productiefaciliteit gebouwd en productieputten worden geboord. Bij het finaal investeringsbesluit zal worden aangegeven wanneer de eerste olie wordt geproduceerd, naar verwachting in 2028.
Algemeen Directeur Annand Jagesar is ingenomen met het bezoek van Pouyanné. Hij zei dat TotalEnergies zich altijd een betrouwbare en respectvolle partner heeft getoond. Het bezoek is het resultaat van een toezegging van Pouyanné om Suriname te bezoeken zodra TotalEnergies voldoende volumes voor een ontwikkeling van een productieveld zou hebben vastgesteld. “Op basis van de huidige stand van zaken is het een kwestie van tijd voordat er inkomsten zullen komen uit de offshore olie-en gasindustrie. Staatsolie zet zich blijvend in om deze industrie verder te ontwikkelen en maakt zich sterk voor het veiligstellen van Suriname’s welvaart voor de lange termijn. Wij rekenen erop dat de toekomstige inkomsten uit de offshore goed besteed zullen worden, onder andere door bij te dragen aan het welvaarts- en stabiliteitsfonds en het ontwikkelen van duurzame sectoren zoals landbouw en toerisme.”
Patrick Pouyanné kijkt ernaar uit om samen met Staatsolie en Suriname grote hoogten te bereiken. Hij merkte op dat de aankondiging van de voorstudies een belangrijke stap is voor het samen ontwikkelen van de natuurlijke hulpbronnen van Suriname.
Staatsolie heeft de mogelijkheid om met maximaal twintig procent deel te nemen aan de ontwikkeling van het eerste veld in Blok 58. Zoals in het productiedelingscontract is opgenomen, krijgt de staat Suriname het grootste deel van de netto-inkomsten uit de offshore. Dit deel komt uit royalties, winstolie en belastingen en bedraagt naar verwachting tussen de US$ 16 en US$ 26 miljard over de levensduur van ongeveer twintig jaar van het productieveld én is afhankelijk van de olieprijs. Naast de in het contract opgenomen directe bijdragen aan de staatskas zullen er ook indirecte inkomsten zijn vanwege de levering van lokale goederen en diensten (local content). Bij het boren van de laatste vijf putten in Blok 58, hebben alle operationele activiteiten vanuit Suriname plaatsgevonden. Hierbij is ongeveer US$ 90 miljoen in de Surinaamse economie gestroomd vanwege onder andere de aankoop van lokale arbeid, goederen en diensten. Voor de ontwikkeling van het eerste offshore-productieveld zullen er ongeveer dertig putten gedurende 2,5 jaar geboord moeten worden. Dit zal een enorme spin-off hebben voor de Surinaamse economie.