In ons land hebben we dak- en thuisloze mensen, echter valt deze groep in ons land niet per se onder de definitie van mensen met een economisch probleem die geen huisvesting hebben. Onze dakloze mensen zijn eerder personen met geestelijke en gezondheidsproblemen die moeilijk stabiel werk en geschikte huisvesting kunnen vinden.
Er is vaker geprobeerd deze groep ergens onder te brengen, zoals bijvoorbeeld in het Andre Kamperveenstadion. In ons land is er een Bureau Thuis- en Daklozen (BDT).
In 2004 waren er driehonderd geregistreerde dak- en thuislozen die langskwamen voor eten, drinken en een bad. In 2016 was dit aantal gegroeid naar ruim negenhonderd geregistreerden.
In 2022 bleek dat het dak- en thuislozenbeleid van de regering niet van de grond kwam. De overheid kampt met een financieringsprobleem, waardoor er geen garantie is voor de zorg.
Wanneer er wel officieel bezoek is van hoge buitenlandse functionarissen in ons land, hebben we gezien dat de daklozen tijdelijk worden verwijderd van de straten. Uiteraard willen regeringen het slechte deel niet tonen aan deze hoge buitenlandse functionarissen. Veel organisaties geven ongeregeld donaties in de vorm van geld, voeding en kleding. We merken echter dat weinig mensen vrijwilligerswerk doen. En als dat incidenteel gebeurt, zijn het voornamelijk personen uit Nederland en stagiaires.
Dakloosheid is een complex sociaal probleem dat mensen van alle leeftijden, geslachten en achtergronden wereldwijd kan treffen. Overheden en non-profitorganisaties spannen zich in om dakloosheid aan te pakken door middel van huisvestingsprogramma’s, sociale diensten, geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbehandeling, met als doel dakloze mensen te helpen weer op hun voeten te komen.
Het verminderen van dakloosheid vereist vaak een combinatie van maatregelen om de oorzaken ervan aan te pakken en ondersteuning te bieden aan mensen die dakloos zijn geworden. Zelfs in hoogontwikkelde Europese landen is dakloosheid een realiteit, met maar liefst 895.000 dakloze mensen in heel Europa. Dit cijfer legt de nadruk op de tekortkomingen van Europese landen om huisvesting als een fundamenteel recht te waarborgen.
Denemarken laat echter zien dat effectief beleid en strategieën de situatie kunnen verbeteren.
Het land heeft met succes dakloosheid verminderd door middel van een ‘housing first’-aanpak, waarbij de focus ligt op het verbeteren van opvangcentra en preventiebeleid, met speciale aandacht voor jongeren onder de 24 in grote steden.
In Duitsland zijn er volgens officiële volkstellinggegevens 262.645 dakloze mensen, terwijl Spanje meer dan 28.500 dakloze mensen heeft geregistreerd in hetzelfde jaar. In Ierland is het aantal mensen dat noodopvang zoekt dramatisch gestegen, met een toename van 40% in twee jaar tijd. Dit wijst op de dringende behoefte aan oplossingen voor de disfunctionele woningmarkt in Ierland en de noodzaak voor Duitsland om ervoor te zorgen dat hun nationale strategie tegen dakloosheid voldoende middelen en een duidelijk doel heeft om dakloosheid te beëindigen.
Het rapport benadrukt dat bijna 900.000 mensen dakloos zijn op een willekeurige nacht in heel Europa, wat aangeeft dat huisvesting nog steeds geen fundamenteel recht is voor velen.