De Chinese industrie krimpt al vijf maanden op rij, wat een teken is van de economische moeilijkheden waarmee China te maken heeft. De PMI-indicator, die aangeeft of een sector krimpt of groeit, ligt onder de 50. Dit komt door een afname van de wereldwijde vraag en minder uitgaven door consumenten in China. Ondanks dat de krimp minder was dan voorspeld, betekent het nog steeds dat de economie niet groeit. Experts hebben hun groeiverwachtingen voor China verlaagd naar 4,5% voor dit jaar, wat lager is dan de regeringsdoelstelling van 5%. Chinese functionarissen nemen maatregelen zoals belastingverlagingen, versoepeling van de huizenmarkt en renteverlagingen om de economie te stimuleren, maar dit is mogelijk niet voldoende om alle problemen, met name in de vastgoedsector, op te lossen. Deze sector is belangrijk omdat deze een groot deel van de Chinese economie uitmaakt. De aanhoudende problemen in de Chinese maakindustrie en de afname van de uitgaven zijn een uitdaging voor de wereldwijde economische herstel na de COVID-19-pandemie. Het is van cruciaal belang dat landen samenwerken om te herstellen en te groeien.