Het lijkt erop dat de noden en behoeften van de Surinaamse bevolking al geruime tijd worden genegeerd en dat hun basisrecht op toegang tot schoon en veilig drinkwater consequent wordt geschonden. Dit is een ernstige aanklacht, aangezien water een basisvoorwaarde is voor overleving en algemeen welzijn.
Stel je voor, in een land dat rijkelijk door moeder natuur is bedeeld met enorme zoetwatervoorraden, moeten burgers dag in dag uit worstelen om toegang te krijgen tot dit essentiële levenselixer. Dit is gewoonweg onaanvaardbaar.
De falende drinkwater infrastructuur van Suriname belicht niet alleen het onvermogen van de Waterleiding Maatschappij om adequate voorbereidingen te treffen tegen het droge seizoen, maar ook hun gebrek aan competentie en verantwoordelijkheid. Het lijkt alsof de hele instelling wordt geplaagd door interne politieke conflicten en corruptie, waarbij de belangen van enkele individuen boven die van de hele bevolking wordt geplaatst.
De mensen die het meest lijden onder deze omstandigheden zijn de burgers, die hun hard verdiende geld gebruiken om te betalen voor een dienst die ze niet of nauwelijks ontvangen. Deze burgers verdienen beter.
Deze pijnlijke situatie laat ook zien hoe het falen van de staat invloed kan hebben op de levenskwaliteit van de burger. Wanneer diensten zoals watervoorziening in handen worden gegeven aan staatsbedrijven, is de staat verantwoordelijk voor het functioneren en de betrouwbaarheid van deze diensten.
Maar in het geval van de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij zien we een totaal gebrek aan visie en proactiviteit.
In dit geval is er dringend een herziening nodig van het huidige waterbeleid van Suriname. Er is een sterke en onmiddellijke actie nodig om de waterinfrastructuur te verbeteren en mogelijke misbruiken binnen de Waterleiding Maatschappij aan te pakken.
Ook moet de staat actieve maatregelen nemen om de beschikbaarheid en toegang tot schoon drinkwater voor de burgers te garanderen. Want het is hoog tijd dat de Surinaamse burger krijgt waarvoor hij betaalt.
Tot slot, moeten vooral de huidige functionarissen die verantwoordelijk zijn voor deze uitdagingen, zich realiseren dat het niet alleen gaat om het leveren van een dienst, maar om het beheren van een fundamenteel mensenrecht. Dat recht is de toegang tot schoon en veilig drinkwater.