Het lijkt erop dat niemand zich druk maakt als de staat verliest.
Dit zien we bijvoorbeeld bij het besluit van de regering om het onvoltooide hoofdbureau van politie op de hoek van de Gemenelandsweg en de Pengelstraat niet af te maken.
Dit gebouw werd gefinancierd met ontwikkelingsverdrag middelen. Om de een of andere reden is men van mening, dat de fundering niet goed is en dat er daardoor instortingsrisico’s zijn. Daarom is besloten het af te breken en opnieuw te beginnen. Het afbreken zelf zal miljoenen kosten, evenals het vrijmaken van middelen voor de nieuwbouw. Sommigen zijn van mening dat het bestaande gebouw met aanpassingen wel afgebouwd kan worden, maar we weten niet welke aanpassingen dit zouden zijn. Het betreft hier een technische kwestie waarbij bouwkundigen van mening verschillen.
Het politiehoofdbureau dat vroeger aan de Waterkant stond, werd in 1980 vernield en in brand gestoken tijdens de militaire coup. Sindsdien is er de wens voor een nieuw bureau.
Opmerkelijk is dat niemand lijkt te geven om publieke middelen. Dit hebben we ook gezien bij de brug, waarvan een van de pijlers werd geramd door een zandschip tijdens de bouw van de Carolinabrug over de Surinamerivier, waarvan de stuurman dronken bleek te zijn.
De eigenaar van de boot is nooit vervolgd en de kapotte brug bleef precies zoals het was achtergelaten. De regering Bouterse koos ervoor om een nieuwe brug te bouwen.
Ook bij de vernietiging van de Uitkijkbrug is er nooit verantwoording afgelegd en niemand maakte zich er verder druk om.
Waar ligt het aan dat het niemand lijkt te schelen om de ware toedracht te achterhalen en het belastinggeld zorgvuldig te besteden?