De diaspora van Suriname is geen enkel opzicht de oplossing voor de problemen waarmee Suriname zit. De diaspora kunnen maar op 1 manier een bijdrage leveren aan de Surinaamse problematiek. Ze kunnen als toeristen niet naar India en Thailand, maar ook naar Suriname komen en hier geld uitgeven in de Surinaamse economie. Wat zien we echter onze familieleden doen? Ten eerste lopen ze alle supermarkten met illegale geldwisselaars af op zoek naar de hoogste koers. Tegenwoordig brengt men van alles uit Nederland, alle levensmiddelen. Men wil hier geen inkopen doen. Zelfs Basmati rijst, lamsvlees en neppe doksa-vlees uit Holland gaat in de koffers of op de zeepost naar Suriname. Verder klaagt men steen en been dat men een visum moet kopen. Ze vragen uitsluitend daarom een PSA-kaart aan en dan hebben ze geen visum nodig en hoeven ze niks in de Surinaamse staatskas te storten.
Er zijn diaspora-familieleden die tientallen jaren in Nederland wonen, Nederlanders zijn, maar nog mogelijkheden zitten te bekijken om een AOV uit Suriname te ontvangen. Sommigen vragen daarvoor ook een PSA-kaart aan. Wat we ook zien is dat men allerlei tyuku’s betaalt om het Nederlandse paspoort te behouden en een Surinaams rijbewijs. Het zijn over het algemeen geen friends and family die ons zullen kunnen helpen.
We zeggen dit naar aanleiding van een bericht waarbij de diaspora weer zich aanbiedt om Suriname zogenaamd te ‘helpen’. Dat helpen moet goed gedefinieerd worden. Helpen is in onze definitie, het komen wonen en werken in Suriname met de deskundigheid die men dan zogenaamd heeft. Helpen is niet consultant spelen of op afstand allerlei adviezen geven die niet geënt zijn op de Surinaamse realiteit. Het helpen waar wij voorbeelden van hebben, zijn de zogenaamde Srananmans die menen dat zij, en niet de witte Nederlander, als deskundigen in dienst en als consultants moeten worden aangetrokken voor allerlei vage projecten. Het resultaat van de samenwerking is dan geen resultaatverbintenis, maar een inspanningsverbintenis. Dus, resultaat niet gegarandeerd, wel een zekere inspanning.
De diaspora moeten geen cruciale rol in de ontwikkeling van Suriname willen spelen als dat met een afstandsbediening moet. Als men in Nederland wil blijven, dan kan men naast de rol van toerist, maximaal nog 1 rol vervullen: het in contact brengen van Nederlandse met Surinaamse counterparts. En dan verder alles overlaten aan de Surinaamse en de Nederlandse bedrijven en organisaties. Wij denken in het algemeen niet dat de Surinaamse diaspora overigens bestaat. Er bestaat wel een Guyanese diaspora en zeker een Joodse diaspora. De diaspora zit met een been in het land van herkomst, dat is niet het geval met Surinamers in Nederland. Tegenwoordig weten de kinderen van deze mensen ook niet veel over Suriname: de liefde is er niet en kan niet met de paplepel worden meegegeven, uitzonderingen daargelaten.
De Surinaamse diaspora zijn de mensen en hun bedrijven die business willen doen in Suriname en verwachten dat ze, al is hun kwaliteit laag, voorkeur moeten krijgen boven de witte bedrijven. Wij denken niet dat onze friends and family te bieden heeft wat Suriname nodig heeft. En wat heeft Suriname nodig als het een vriendendienst is? Ten eerste goed deskundig kosteloos uitvoerbaar advies van experts over allerlei sociaal-maatschappelijke en economische vraagstukken, samengesteld na missies in Suriname met inspraak en in dialoog met Surinaamse stakeholders…en niet geschreven vanuit een Hollandse desk. Wij denken niet dat dat kosteloos kan en dat die deskundigen onder onze friends en family voorkomen en/of dat ze dat gevoel voor Suriname niet hebben.
Ten tweede heeft Suriname investeerders en bedrijven nodig die hier economische activiteiten ontplooien. Wij denken niet dat mensen die geen geloof hebben in Suriname en daarom dat land hebben verlaten, in het land zullen investeren of bedrijven in dat land zullen opzetten en zo werkgelegenheid zullen scheppen. Die investeerders en bedrijven komen niet voor onder onze friends and family, en als het als uitzondering voorkomt dan is het pure business en zijn mensen niet bereid om kansen te nemen in elk geval niet in Suriname.
Ten derde kan de diaspora helpen als vrijwilliger vooral op het sociaal-economische vlak door bijvoorbeeld allerlei sportverenigingen in de districten te helpen opzetten met een hulplink uit Nederland. En ook dit zien we onze famir’mans niet doen. Er zijn gevallen van familieleden die afspraken afdwingen met ministeries. omdat men wil vertellen hoe men wil helpen. Bij zulke gesprekken komt men met folders wat men allemaal kan. Dan komt de vraag hoeveel het kost en dan komen onze familieleden met uurtarieven in euro’s.
Het diasporaverhaal is gebleken een grote farce te zijn en misschien ook de grote leugen van deze tijd. We leven al 3 jaar verder en het resultaat is 0,0. Intussen is een aantal vogels weggevlogen na hun slag te hebben geslagen. Het is algemeen bekend wat hun kwaliteit en deskundigheid was.
De regering moet voor herstel van Suriname niet naar buiten, maar eerst naar binnen kijken. De kracht is in het innerlijke van Suriname, er zijn genoeg deskundigen die de hoogste bazen in het land niet in de ogen durven aan te kijken, alsof men bang is te worden doorgrond. De deskundigheid voor de meeste problemen zit in Suriname, niet in de politieke partijen. De president moet deze deskundigen inzetten al huppelen ze niet rond op het partijcentrum. De president moet een denktank samenstellen van deskundigen voor alle beleidsgebieden en die zijn aanwezig in Suriname. Die hebben de bepalende en de leidende rol. Ontwikkelingshulp kan voor het bereiken van de doelen aan te pas komen in de zin van aanvullende expertise om onderzoek te doen. Ook kunnen uit de plannen nieuwe bedrijven voortvloeien.
De rol die de diaspora kan vervullen is slechts dat van bemiddelaar: het bij elkaar brengen van Surinaamse bedrijven en de administratie en Nederlandse counterparts en verder zich terugtrekken. Wat we echter zien dat deze familieleden van ons geen bijrol maar een hoofdrol willen vervullen in een land dat ze de rug hebben toegekeerd. Er zijn zelfs mensen in Nederland die beweren, dat door hun toedoen hun Facebook-posts en hun columns, de huidige coalitie aanzit. Dat is dan weer die grootheidswaanzin en superioriteitsgevoel dat maakt dat deze famirmans over het algemeen niet geschikt zijn voor het ontwikkelingswerk in Suriname. Concluderend vragen we de president om naar binnen te kijken naar de deskundigen, die ready zijn om ingezet te worden, en niet naar buiten.