Dit jaar is een aantal dagen herdacht dat te maken had met de herkomst van de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname. Gisteren is, alhoewel niet als een nationale dag, herdacht, de komst van de Portugese immigranten naar Suriname uit Madeira.
Madeira (Portugees voor hout) is een relatief onbekend gebied voor de gemiddelde Surinamer. Het is een eiland in de Atlantische Oceaan, ongeveer 700 kilometer ten westen van Afrika en 850 kilometer ten zuidwesten van de Portugese kust.
Samen met Porto Santo en de zuidelijker gelegen Ilhas Desertas en de Ilhas Selvagens vormt het de archipel en autonome regio Madeira van Portugal. De grootste stad op Madeira en tevens de hoofdstad van de autonome regio is Funchal. Toen Madeira in de 15de eeuw door de Portugezen werd ontdekt, was het niet door mensen bewoond. De eerste bewoners waren dus Portugezen, die vooral uit de noordelijke provincie Minho kwamen. De stervoetballer Christiano Ronaldo is op het eiland Madeira geboren. Namen als Da Silva, Azevedo, de Freitas, Gomes, Netto, Abreu, Gouveia, Dos Ramos, Vasconcellos, Miranda, Correia, Gonsalves, Texeira, Rodriques, Defaria, Fiqueira, de Gama, Balanco en Moniz die in Suriname voorkomen, hebben te maken met de Portugese immigratie. Deze migratie van de ‘Po(r)tgisi’ in Sranatongo is bepalend geweest voor de identiteit van Suriname.
De eerste Madeirezen kwamen in 1853 naar Suriname. Het blijkt dat ze eigenlijk op weg waren naar Brits-Guyana, Demerara. Er is heel weinig gepubliceerd over de groep Portugezen uit Madeira. Online vinden we een stuk van en over Cynthia Brandflu, een afstammeling van de Portugezen die in 2013 onderzoek zou hebben gedaan naar de herkomst van haar voorouders en hun komst naar Suriname. Daaruit gaan we putten om meer bekendheid te geven aan de herkomst van deze groep die mede het diverse gezicht van Suriname bepaalt.
In totaal zijn van Madeira 500 immigranten als contractarbeider naar Suriname gekomen. Van deze groep bestond ongeveer 60% uit mannen, 20% uit vrouwen en 20% uit kinderen. Op de plantages was de sterfte onder hen groot: van de 224 migranten uit de jaren 1863-1864 bijvoorbeeld, was binnen drie jaar de helft overleden. In het Koloniaal Verslag van 1855 schuift de toenmalige gouverneur de schuld van de sterfte in de schoenen van de bevolkingsgroep.
De meeste migranten gingen na afloop van hun contract terug naar Madeira. De achterblijvers verlieten de landbouw en zochten een bestaan in de handel. En dat is precies wat in principe het meest bepalend is geweest van hun kant aan het gezicht van Suriname. De Portugezen integreerden enorm snel en zijn meer bekend als ondernemers en handelaren dan als arbeidende immigranten. Over deze periode van arbeid is niet veel bekend, in vergelijking met andere immigrantengroepen als de hindoestanen en de Javanen. In 1879 waren er in Paramaribo circa 25 Portugese winkelzaken; in 1898 was dat aantal gegroeid tot 50. De Madeirezen zijn volgens Brandflu desalniettemin nooit tot een belangrijke handelsgroep uitgegroeid, vanwege hun kleine aantal en door de concurrentie van de Chinezen en de Libanezen.
Uit het onderzoek van Brandflu blijkt dat de eerste contractarbeiders vanuit Madeira op 15 augustus 1853 in Suriname arriveerden. Hun komst was aan het toeval te danken. Ze waren eigenlijk op weg naar Brits-Guyana (Demerara) maar door een vergissing voer hun schip de Surinamerivier op. Deze eerste groep werd in 1854 gevolgd door een van 155, die met de schoener (schip) Libania en Adelaida naar Suriname kwam. Immigratiewetgeving bestond er toen nog niet. Om de komst van meer immigranten aan te moedigen, verleende het gouvernement echter faciliteiten en stelde regels vast. Latere pogingen om meer Madeirezen naar Suriname te halen hadden desondanks niet veel succes. In 1863 kwamen er nog 36 Madeirezen over en nadat het op grond van de Emancipatiewet mogelijk was geworden om premies toe te kennen bij aanvoer van immigranten, kwamen er in 1864 nog 188 uit Madeira. Hiermee kwam een einde aan de contractmigratie van Madeirezen, want een nieuwe poging in 1884 mislukte. In latere jaren zijn er nog immigranten uit Madeira en Brits-Guyana naar Suriname gekomen, echter niet meer als contractarbeiders maar als vrije immigranten.
De Portugezen hebben een blijvende invloed gehad op Suriname, ondanks hun kleine aantal. Dat kan te maken hebben met hun afkomst die dichter lag bij de kolonisatoren van Suriname dan de andere groepen in Suriname. Deze groep is door participatie in de samenleving drager geworden van de Surinaamse cultuur. Deze ‘groep’ profileert zich niet als een aparte entiteit in Suriname.
Het is het zeker waard dat we, ondanks hun kleine aantal, dat we dit deel van onze geschiedenis koesteren, vooral wanneer we in ogenschouw nemen en waarderen de Surinaamse diversiteit.
Een ruim gedenkboek over de komst van deze groep is meer dan gepast. We hopen dat het een uitgebreid naslagwerk wordt met veel foto’s. De bepaling van de Surinaamse identiteit vanuit deze groep heeft vooral te maken met haar nadrukkelijke aanwezigheid in het gezicht van Paramaribo en de activiteiten waarin ze betrokken waren. Over de culturele en onder andere de culinaire bijdrage moet nog meer onderzoek worden gedaan en worden bekendgemaakt.