Het is deze week al meer dan twee maanden dat president Santokhi zich niet meer in het parlement heeft laten zien tijdens openbare vergaderingen. De verwachting was dat de president twee weken geleden zelf leiding zou geven aan zijn team van ministers bij de beantwoording van gestelde vragen tijdens het “vragenuurtje”. De beantwoording op gestelde vragen door ministers was ondermaats. Vragen over actuele politieke en maatschappelijke vraagstukken bleven onbeantwoord.
Leden van vooral de oppositie hebben vorige week tijdens de openbare vergadering hun misnoegen hierover geuit. Op de toezegging van vicepresident Brunswijk vorige week dat op niet-beantwoorde vragen alsnog schriftelijk antwoord zal worden gegeven door ministers, werd vanuit het parlement aangevoerd dat de regering in het openbaar in het parlement antwoord moet komen geven. Het is in het kader van verantwoording afleggen en transparantie van het beleid. Voor Assembleevoorzitte Bee is het aanleiding om het “vragenuurtje” te evalueren en na te gaan hoe in het vervolg mee om te zullen gaan.
Gevraagde informatie
Tijdens het “vragenuurtje” van het parlement meer dan twee weken geleden zijn opnieuw indringende vragen gesteld aan de regering over zaken waar in de voorbije maanden herhaaldelijk naar informatie om is gevraagd. Zo is onder meer duidelijkheid gevraagd over gemaakte afspraken met Guyana rond de bouw van de Corantijnbrug, de kwestie bouw diepwaterhaven in Nickerie en de principe deal met de bondholders rond schuldherschikking. Van recentere aard zijn vragen gesteld over de ontslagindiening van de minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT(, de perikelen binnen de coalitietop rond de benoeming van de procureur-generaal en de stand van zaken rond te nemen maatregelen in het kader van de aanbevelingen van de Financial Action Taskforce (FATF).
Het gaat om maatregelen met het oog op het tegengaan van money laundering en terrorisme financiering. Ondertussen heeft het bedrijfsleven zich gevoegd bij de bezorgdheid van belangrijke delen van het parlement voor “blacklisting” van Suriname in het internationaal financieel betalingsverkeer. Met de eerstvolgende evaluatie van Suriname door het CATF in november, is de grote bezorgdheid dat er weinig tijd rest om de circa 40 CATF-aanbevelingen op orde te hebben. De regering c.q. de president dient hierover het parlement en daarmee de samenleving te informeren naar de stand van zaken.
Een ander heet hangijzer is de kwestie wijziging van de kiesregeling. Schriftelijke vragen aan de president over de mega investeringsplannen van Staatsolie op het vlak van energieopwekking zijn ook onbeantwoord gebleven.
Stilte regering
Ondertussen is het algemene gevoel bij de samenleving, dat het volledig aan zijn lot wordt overgelaten door de regering. Met de stijging van de prijs van brood, de stijgende brandstofprijs aan de pomp en de nog te verwachten prijsstijgingen als gevolg van de verhoogde tarieven van stroom en water, heeft de regering tot nu toe niets van zich laten horen. Althans niet in het parlement.
De samenleving wil weten waar het aan toe is, en wat de vooruitzichten zijn met betrekking tot het leven van alle dag. “President, geeft u leiding”, lijkt de roep vanuit de politiek en de brede lagen van de samenleving.
SS