Regering komt tot nader inzicht: Indicatieve kaarten leefgebieden inheemsen en tribale volken komen in Wet Collectieve Rechten

De regering is tot het inzicht gekomen, dat dat de indicatieve kaarten  van de leef- en woongebieden van de inheemsen en tribale volken wel in de conceptwet Collectieve rechten Inheemsen en Tribale Volken moeten worden opgenomen. Zonder deze indicatieve kaarten in de wet zal er geen sprake zijn van een stuk rechtsbescherming en rechtszekerheid aan de Inheemsen en in stamverband levende leefgemeenschappen.  De conceptwet zoals die nu op tafel ligt zal daarom worden geamendeerd. 

Een andere wijziging in de conceptwet is om de eerder voorgestelde wijzigingen die te maken hebben met de aanvraag en de verkrijging van grondenrechten, pas nadat de wet op demarcatie zal zijn afgekondigd, eruit te schrappen. “De wet moet nu reeds de grondrechten erkennen, zelfs al zijn de exacte woon- en leefgebieden nog niet definitief vastgesteld”, aldus minister Gracia Emanuel van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) afgelopen donderdag in het parlement tijdens de voortzetting van de behandeling van de conceptwet Collectieve Rechten Inheemsen en Tribale Volken. 

De indicatieve kaarten  die door de inheemsen en de marrongemeenschappen zijn vervaardigd geven een indicatie van het gebied en de omvang van het leef- en woongebied.

Nog definitieve kaarten

Hoewel de gebieden nog definitief moeten worden vastgesteld middels de wet op demarcatie vindt de regering het van belang dat de indicatieve kaarten nu reeds in de wet worden opgenomen. Het is ter voorkoming dat in de gebieden verdere concessies en grondtitels worden uitgegeven. Het is ook belangrijk voor het verkrijgen van duidelijkheid over mogelijke conflicterende  rechten in de gebieden.

De ROS-minister benadrukt ook dat de grondenrechten geen zakelijke rechten zijn. Het zijn andere rechten dan eigendomsrechten en zijn ook niet overdraagbaar. Het is niet gestoeld op economische motieven, maar het is bedoeld ter waarborging van traditioneel gebruik van de gebieden door de leefgemeenschappen.  Het gaat om het traditioneel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, in het bijzonder zoals het bos en de wateren in het leefgebied. Het gaat dus niet om niet-traditionele hulpbronnen zoals goud en andere delfstoffen in de bodem. 

Bezwaren

Op 31 januari was bekend geworden dat er wijzigingen zijn aangebracht aan het wetsvoorstel Collectieve Rechten Inheemsen en Tribale Volken zoals die door de regering op 21 juni 2021 was aangeboden. Vertegenwoordigende groepen van inheemsen en de marrongemeenschap hadden ernstige bezwaren aangetekend tegen deze wijzigingen. Ze maakten dit onomwonden duidelijk in petities aan zowel  de regering als de Nationale Assemblee. Mede op grond hiervan heeft de regering besloten opnieuw wijzigingen door te voeren in het wetsvoorstel.  

De behandeling van het wetsontwerp Collectieve rechten Inheemsen en Tribale Volken bevindt zich nu in de fase van eerste ronde. De eerste ronde van de debatten voor het parlement is afgesloten, en de regering is nu aan het woord.

Minister Gracia Emanuel benadrukte donderdag tijdens de debatten, dat de wettelijke erkenning van grondenrechten van de inheemsen en tribale volken, niet gezien moet worden als het weggeven van gronden. De gronden blijven deel uitmaken van het Surinaams grondgebied. Het belangrijkste verschil is dat er nu met de traditionele eigenaren zal moeten worden overlegd. Volgens de ROS-minister is de erkenning van grondenrechten juist een bescherming van het Surinaams grondgebied  tegen opsplitsing en weggeven aan derden. Wereldwijd is aangetoond dat de gebieden van inheemsen en tribale volken de best beschermde natuurgebieden zijn.

Geen zakelijke rechten    

Ingaand op eerder geuite punten van bezorgdheid en onduidelijkheid door leden van het parlement zegt minister Emanuel, dat de grondenrechten geen zakelijke rechten zijn. Grondenrechten zijn niet gestoeld op economische motieven. De basis of de filosofie van grondenrechten is de historische-, spirituele verbondenheid, de noodzaak van de grond voor de culturele integriteit van de gemeenschap als geheel, en de directe afhankelijkheid van de grond voor overleving en toekomstige ontwikkeling gelet op  de levenswijze en de afhankelijkheid van de natuur. Grondenrechten zijn niet verhandelbaar en niet overdraagbaar.

Minister Emanuel benadrukt dat artikel 41 van de Grondwet van toepassing blijft op delfstoffen in de Surinaamse bodem. De natie blijft nog steeds het recht hebben om bezit te nemen van de natuurlijke hulpbronnen ten einde deze aan te wenden ten behoeve van de economische- sociale- en culturele ontwikkeling van het Surinaams volk. “Ook wanneer deze natuurlijke hulpbronnen voorkomen in het woon- en leefgebied van inheemsen en tribale volken”, zegt de ROS-minister. Het in bezit nemen van natuurlijke hulpbronnen kan volgens de minister op grond van een overeenkomst of in het uiterste geval middels een onteigeningsprocedure. Zulks dient wel te gebeuren met inachtneming van mensenrechtenverplichtingen en volgens de standaarden zoals in de wet is geregeld. Dit gebeurt nu ook reeds in gevallen van individuele rechten op grond. Dat is op zich niets nieuws.

SS 

error: Kopiëren mag niet!