De voorzitter van Wan Okasi, Aniel Koendjbiharie, zegt dat de organisatie superblij is, dat het op vrijdag 21 juli bereidverklaringen voor een stuk grond heeft overhandigd aan enkele leden van de stichting. “Deze belangrijke mijlpaal werd mogelijk gemaakt dankzij de gewaardeerde steun van president Chandrikapersad Santokhi”, merkt Koendjbiharie op. Bij de plechtige overhandiging sprak de voorzitter van Wan Okasi de leden persoonlijk toe. Hij benadrukte dat dit een prachtig moment is voor zowel de organisatie als voor de gelukkige leden die in aanmerking zijn gekomen voor een bereidverklaring.
Het is niet vanzelfsprekend dat deze groep in aanmerking komt voor een stuk grond, en daarom riep de voorzitter de begunstigden op om er alles aan te doen om de hun toegewezen grond te behouden en niet te verkopen. Op die manier kan de organisatie in de toekomst andere leden ook de kans bieden om van dit voorrecht te genieten. De voorzitter uitte zijn dankbaarheid jegens president Santokhi, die adequaat reageerde en dit belangrijke project in een zeer kort tijdsbestek mogelijk maakte. Hij sprak de hoop uit, dat binnenkort nog meer leden in aanmerking zullen komen voor een stuk grond.
Bijzonder opmerkelijk is dat het merendeel van de leden die een bereidverklaring ontvingen, jongeren zijn. Het bestuur heeft bewust voor deze keuze gekozen, omdat zij geloven dat jongeren op deze manier de kans krijgen om zich te ontwikkelen tot zelfstandige burgers. Voor een aantal jongeren betekent dit zelfs, dat ze hun eigen onderneming verder kunnen uitbreiden.
Bij de overhandiging van de bereidverklaringen waren de uitingen van vreugde en blijdschap niet te missen. Enkele van hen konden hun emoties zelfs niet bedwingen en lieten een traantje van geluk.
De leden en het bestuur van Stichting Wan Okasi willen via deze weg hun oprechte dankbaarheid uiten aan president Chandrikapersad Santokhi. Ze hopen dat andere leden eveneens spoedig in aanmerking kunnen komen voor een stuk grond, zodat het streven naar een betere toekomst voor alle leden van de gemeenschap gestaag voortgezet kan worden.
Het is duidelijk dat deze initiatieven een grote impact zullen hebben op mensen met een beperking, met name de jongeren, die nu een kans krijgen om zich te ontplooien en als zelfstandige individuen hun eigen pad te bewandelen. Het verwerven van een stuk grond biedt hen niet alleen de mogelijkheid om economisch zelfvoorzienend te zijn, maar het versterkt ook hun gevoel van eigenwaarde en integratie in de maatschappij. Het is daarom van cruciaal belang dat dergelijke inspanningen worden voortgezet en ondersteund.
Want. zo merkt Koendjbiharie tot slot nog op, vooral blij te zijn omdat “de mensen met een beperking een huisje kunnen bouwen en een gezin kunnen stichten.” Tot slot noemt hij deze ontwikkeling een stap in de goede richting.
RB