Het concept Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) stelt voor het recht op legitieme portie van kinderen bij overlijden van een van hun ouders, te wijzigen. De legitieme portie is wat een kind volgens de wet zou hebben geërfd. De situatie in het huidige Surinaams Burgerlijk Wet (SBW) is dat kinderen na overlijden van een van de ouders, hun legitieme portie mogen opeisen. Dat recht hebben ze.
In de praktijk zorgt dit voor allerlei problemen. Om aan het recht bij wet op legitieme portie van een kind of kinderen te voldoen, is de overgebleven ouder heel vaak genoodzaakt om huis en haard te verkopen. Ongewenste situaties waarbij de overgebleven ouder bijvoorbeeld daardoor de woning en andere bezittingen verliest en “op straat komen te zitten” gebeurt vaak. Situaties waarbij de kinderen het niet met elkaar eens kunnen worden, zorgen ook voor complexe maatschappelijke problemen.
Het boedelprobleem is een van de problemen die in de praktijk ontstaan. Om dergelijke ongewenste situaties te voorkomen, wordt in het NBW voorgesteld om de legitieme portie te wijzigen. De wijziging houdt in, dat kinderen hun recht op legitieme portie blijven behouden, doch dat die pas opeisbaar is na overlijden van de overgebleven ouder. Juridische deskundigen die jaren gewerkt hebben aan de wijzigingen zoals voorgesteld in het concept NBW vinden dat hiermee allerlei problemen in de samenleving worden voorkomen.
De deskundigen bevelen ook aan om het aspect van het opmaken van testament meer te doen leven in de samenleving. Om allerlei problemen bij erfenisverdeling te voorkomen kunnen ouders tijdens hun leven zelf beslissen hoe zij hun nalatenschap onder de kinderen verdeeld zien.
Afwegingen
Het Assembleelid Dew Sharman (VHP), voorzitter van de Commissie van Rapporteurs (CvR) van de betreffende wetsontwerpen die nu in het parlement worden behandeld, kan zich volledig vinden in het voorstel om het vraagstuk van legitieme portie te wijzigen. Tijdens de zeer interessante debatten recentelijk in het parlement hierover. zei Sharman dat naast de ongewenste situaties in de praktijk, de kwestie van legitieme portie een meer Europees “ding” is. Het huidige SBW stamt af van het Nederlandse BW. Verder kent de Caribische regio geen legitieme portie in hun BW.
Sharman schaart zich tijdens de debatten in het parlement achter deze afwegingen van de juridische deskundigen om de kwestie van legitieme portie in het BW te wijzigen.
Volgens Sharman vinden religieuze en andere maatschappelijke groepen in de samenleving dat de kwestie van legitieme portie ongewijzigd moet blijven. Dit hebben zij tijdens de hoorzittingen kenbaar gemaakt. Zij voeren aan, dat ouders feitelijk werken voor hun kinderen en dat de kinderen daar recht op hebben. Juristen aan de andere kant bekijken echter de zaak vanuit een juridisch perspectief met het oog op de maatschappelijke problemen die zich in de praktijk voordoen.
Het laatste woord in het parlement over dit vraagstuk en nog meerdere vraagstukken van het Burgerlijk is nog lang niet gezegd.
SS
