Veertig jaar geleden werden in Sri Lanka dertien mensen levend verbrand tijdens anti-Tamil gewelddadigheden, die uiteindelijk leidden tot een 26-jarige burgeroorlog. Het geweld, bekend als “Black July”, resulteerde in een conflict dat circa 100.000 mensen het leven kostte en de ontwikkeling van het land decennialang vertraagde. Deze gebeurtenissen kwamen voort uit al lang bestaande etnische spanningen tussen de Singalese meerderheid en de Tamil-minderheid, welke escaleerden na de onafhankelijkheid van de Britse koloniale overheersing in 1948. De Tamil volksvertegenwoordiger M.A. Sumanthiran stelt dat autonomie altijd de politieke norm is geweest voor de Tamil-bevolking en velen van hen dromen nog steeds van politieke autonomie.