Bij de voortzetting van de behandeling in eerste ronde van het wetsontwerp Collectieve rechten Inheemsen en Tribale Volken donderdagmiddag in de Nationale Assemblee, hebben buiten de Commissie van Rapporteurs (CvR) om, geen andere sprekers zich aangediend voor een spreekbeurt.
Assembleevoorzitter Marinus Bee sloot daarop de eerste ronde van de behandeling van het wetsontwerp voor het parlement af. Na de ronde voor de regering te hebben geopend, besloot Bee na een korte schorsing de vergadering naar een nog te bepalen datum te verdagen. De regering zou volgens hem meer tijd nodig hebben om zich voor te bereiden op vragen en vele kanttekeningen van het parlement. Tijdens de debatten in eerste ronde hebben leden van de Commissie van Rapporteurs (CvR) aangegeven dat er een aantal onvolkomenheden en tegenstellingen kleven aan het wetsontwerp.
Ook is gebleken dat er tegenstellingen bestaan tussen de overheid en de leefgemeenschappen, en tussen de leefgemeenschappen onderling.
Onderlinge verschillen in inzichten
CvR-voorzitter Asiskumar Gajadien (VHP) voerde tijdens de debatten in eerste ronde aan, dat een aantal zaken in het wetsontwerp beter geregeld moet worden. De regering zou volgens hem weer met de groeperingen moeten zitten en met wijzigingen in het wetsvoorstel komen. Ronny Aloema (VHP), een ander lid van de CvR, zegt dat er sprake is van miscommunicatie tussen de marrons en inheemsen. Ook hij constateert dat binnen de gemeenschappen onderling verschillende inzichten bestaan. Zo zouden gemeenschappen die in de goudsector werken liever zich vrij willen bewegen, terwijl anderen liever de grondenrechten als onderpand willen voor carbon credit.
CvR-lid Ebu Jones (NDP) pleit voor bescherming van de rechten van inheemsen en tribale volken, maar vindt tegelijk dat er een balans moet zijn tussen het toekennen van de grondenrechten en de economische ontwikkeling van Suriname. De natuurlijke hulpbronnen van het land liggen grotendeels in het binnenland.
Ronny Asabina (BEP) bracht tijdens de debatten naar voren, dat inheemsen en marrons geen vrijheid hebben gekregen, maar zich vrij hebben gevochten. Het erkennen van de grondenrechten is geen genoegen die hen gedaan wordt, maar een verplichting die de overheid heeft. Er zal volgens Asabina geen sprake zijn van duurzame ontwikkeling in Suriname als de grondenrechten niet erkend zijn en geen decentralisatie van bestuur is.
Geen tegenstanders
Rabin Parmessar en Melvin Bouva van de NDP-fractie voeren aan dat er geen tegenstanders zijn van de erkenning van grondenrechten aan inheemsen en tribalen, maar dat de vele mankementen in het wetsontwerp beter geregeld moeten worden. Bij de partijen leeft er daardoor onzekerheid.
Patricia Etnel (NPS) vindt dat het grondenrechten vraagstuk binnen de grenzen van Grondwet benadert en opgelost dient te worden. De grondwet biedt volgens haar daartoe genoeg handvatten. Etnel toonde tijdens de debatten in eerste ronde zich een tegenstander van wijzigingen in de Grondwet om dit vraagstuk op te lossen.
Tijdens de debatten in het parlement in eerste ronde is nog duidelijker geworden dat het wetsontwerp Collectieve rechten Inheemse en Tribale volken, zoals dat thans op tafel ligt niet compleet en of niet voldoet om als raamwet te dienen om het vraagstuk van de grondenrechten te adresseren.
De regering is thans aan zet om te reageren op de vele kanttekeningen die door de Assembleeleden zijn gemaakt op het wetsontwerp.
SS