Het bestaan van bunkers die het landschap van Manipur kenmerken, symboliseren de anarchie waarin de staat is afgegleden. Ze noemen het Tiger-kamp. Op anderhalf uur afstand van de stad Churachandpur, omhoog kronkelend op een weelderige groene heuvel, bevindt zich een smalle grindweg. Reis omhoog en er verschijnt een open plek, bezaaid met provisorische structuren om de zon en de regen tegen te houden, gemaakt van plastic zeilen, lokaal geproduceerd bamboe en hout. Binnen, tussen 50 en 60 Kuki-mannen, nemen ze beurtelings de wacht om in de verte te kijken met krachtige verrekijkers vanuit hun bunkers, geweren over hun schouders gehangen. Sommige geweren wijzen in de verte, terwijl de mannen staren naar de golvende verte waar men dorpen kan zien van drie verschillende districten, Kangpokpi, Chandel en Kakching. In hun gezichtsveld, en ook de primaire focus van hun bewaking, zijn vergelijkbare bunkers gebouwd door de Meiteis, die op hun beurt een oogje op hen houden. Dit is Manipur, middenin wat dichtbij een burgeroorlog is; waar burgers, die eens een normaal dagelijks leven hadden, zich nu hebben omgevormd tot “dorpsverdedigingsvrijwilligers”, hun dorpen bewakend met wapens in de hand, onzeker van de mensen die ze ooit buren noemden.
De groeiende etnische onrust heeft ertoe geleid dat burgers wapens hebben opgepakt om hun dorpen, zoals Orlando, een 40-jarige man, te beschermen. De gruwelijke situatie heeft negatieve gevolgen voor gezinnen en vooral kinderen, maar deze vrijwilligers hebben geen plannen om terug te keren naar hun vorige leven tenzij hun eis van volledige scheiding van Manipur wordt bereikt.
Het kamp heeft kleine provisorische onderkomens gemaakt van plastic zeilen, bamboe en hout en omvat ook vrijwilligers zoals 16-jarige scholieren die hun dromen hebben opgegeven om hun land te verdedigen. Het bestaan van dergelijke bunkers in Manipur laat de gevaarlijke combinatie zien van etnische haat, apathie van de regering, de aanwezigheid van opstandige groepen en mensen die naar wapens zijn overgestapt om zichzelf te beschermen. De overheid dreigt met actie tegen deze “illegale bunkers”, maar diegenen die deze kampen beheren, stellen dat ze niet zullen vertrekken, ondanks het gevaar.