Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een oproep uitgegeven waarin getuigen en belanghebbenden van de ‘Moiwana Case’ opgeorepen worden om verklaringen af te leggen om zodoende de daders op te sporen en te berechten. Dit gebeurt volgens het OM in navolging van een vonnis van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens.
Het bloedbad van Moiwana vond plaats op 29 november 1986, zo’n 37 jaar geleden, en werd aangericht in het Oost-Surinaamse marrondorp Moiwana. Toen woedde de Binnenlandse Oorlog tussen het Surinaams leger onder leiding van Desi Bouterse en het Jungle Commando, onder leiding van toenmalig rebellenleider Ronnie Brunswijk, nu vicepresident en ABOP-voorzitter. Het gangbare verhaal is, dat troepen van Bouterse op zoek waren naar Brunswijk. Toen ze hem niet konden vinden en geen van de dorpelingen kon of wilde vertellen waar hij was, werden tenminste 39 onschuldige dorpelingen, onder wie voornamelijk vrouwen en kinderen, doodgeschoten. Ook werden huizen in het dorp, waaronder dat van Brunswijk, in brand gestoken.
Berechting
Na de Binnenlandse Oorlog zijn er door nabestaanden en mensenrechtenactivisten tal van pogingen gedaan om het bloedbad in Moiwana voor de rechter te krijgen. Diverse organisaties hebben hiervoor jarenlang geroepen. Onder andere de Stichting Fonds Ontwikkeling Moiwana-gemeenschap en Stichting 8 december 1982 hebben hierin het voortouw genomen. I
n 2004 vonniste het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens, dat het onderzoek moest doorgaan en dat de bewoners een schadevergoeding moesten krijgen.
Toenmalig president Ronald Venetiaan bood namens de regering excuses aan en zorgde voor een financiële tegemoetkoming. Ook is het dorp gedeeltelijk herbouwd en werd er een herdenkingsteken opgericht. Jaarlijks wordt deze ramp herdacht door nabestaanden en dorpelingen.