Temidden van alle achterlijkheid die vanuit de politiek over ons wordt uitgestort, waren we menens om vandaag na te gaan wat er op het gebied van de productieve economie aan het gebeuren is in Suriname. Heel snel kwamen we bij het op dit moment aangename nieuws uit Nickerie, dat dit seizoen in totaal 27.000 ha padie is ingezaaid. Vorig jaar zou dat 18.000 ha zijn. Het is dus een vermeerdering van 33% en dat is een behoorlijke groei. De minister van LVV claimt verantwoordelijkheid voor deze groei, hij praat over “diverse maatregelen die getroffen worden”. Dat zouden dan maatregelen moeten zijn die genomen worden door de regering, in deze LVV. Het zou gaan om aanpak van de infrastructuur en het ter beschikking stellen van compensatie in de vorm van kunstmest.
LVV geeft aan dat ze de boel kan beïnvloeden en dat het streven er is om tegen 2025 het inzaaiareaal te brengen naar 80.000 ha. Dat wordt dan een gigantische groei van bijna 300% vergeleken met nu. Wanneer het LVV en de boeren lukt om zover te komen, dan zijn de ingrediënten dan wel bekend om de schaal verder te vergroten. In 2019 werd bericht dat doordat de Wakaypompen niet operationeel waren 17.000-18.000 ha niet kon worden bevloeid.
De cijfers van de rijstsector om na te gaan waar we staan met een groei naar 80.000 hectare, zijn niet gemakkelijk beschikbaar. Maar eerder is door onderzoekers beweerd, dat het district Nickerie bijkans 50.000 ha rijstareaal heeft. De vraag is dan hoe we kunnen gaan naar 80.000?, In 2017 werd de rijstdeskundige Sudesh Jairam geciteerd die aangaf dat er gemiddeld 55.000 hectare aan padie ingezaaid werd. In de jaren ‘80 zou dat meer dan 70.000 hectare zijn. Dus wat de minister van LVV nu wil, is gaan naar het hoogste hoogtepunt ooit.
We lezen ook dat sinds 1950 de productie van padie bleef stijgen en dat Suriname uitgroeide tot exportland. In 2020 werd 70 procent van de opbrengst geëxporteerd. In Suriname zouden rond de 6.000 gezinnen een bestaan hebben in de rijstsector. In een studie gedaan in 2000 met betrokkenheid van Planbureau, LVV en Rijstinstituut, blijkt dat de inzaai voor 1926 iets meer dan 3 duizend hectare was. Tussen 1926 en 1940 was het ongeveer 900 ha per jaar. De grootste groei was in de periode 1940-1965 waar de productie ging naar meer dan 14.000 hectare. In de periode 1975-1987 vond een verdubbeling plaats naar bijna 29.000 hectare. In 1996 stond de inzaai bij meer dan 50.000 ha. Het niveau waarop we nu zitten is op het niveau van 1987, 36 jaren terug. Suriname ligt nog zwaar onder het niveau van 1996.
Maar, het draait bij de rijstsector niet alleen om het aantal hectare inzaai, maar ook op de opbrengst per hectare en wat allemaal moet worden ingebracht in totaal om die productie te realiseren. Met andere woorden, het draait ook om de productiviteit. Deze productiviteit moet in de sector worden gemeten en moet haar ontwikkeling ook in de gaten worden gehouden. In de meeste landen zijn de opbrengsten voor de geïrrigeerde rijst ongeveer 4.8 tot 6.4 ton/ha, terwijl de potentie van de rijstrassen ligt tussen 10 en 11 ton/ha. Eerder is beweerd dat sommige boeren in Suriname zelfs opbrengsten van meer dan 7 ton/ha (90 balen van 79 kg per ha) met zowel ADRON lijnen als met ander zaaizaad behalen.
Een tweede positief punt is dat in de verschillende polders de boeren bezig zouden zijn op dit moment om zich in coöperaties te organiseren. Hier hebben we het ettelijke keren over gehad. We hopen dat de boeren al hun verschillen, ook de politieke, wat het gevolg is van manipulatie, opzij kunnen zetten en deze belangrijke bundeling eindelijk kunnen afronden. Wanneer dat zover is dan zullen ze vanaf de volgende inzaaiperiode gebruik kunnen maken van goedkope kredieten die onder gunstige voorwaarden door het fonds NOFA nu worden aangeboden.
En een derde positief nieuws is dat de regering, in deze LVV, het fonds recent heeft versterkt met een aanvullend bedrag van SRD 100 miljoen. Het ministerie geeft aan dat in 2024 het fonds verder zal worden aangevuld met meer middelen. Het is dus nu aan de boeren in de verschillende subsectoren, ook de veeteelt, om ten eerste te voldoen aan de voorwaarden van het fonds en om dan te trekken uit het fonds.
De plannen van LVV zijn om naar een alltime high te gaan van 80.000 ha ingezaaid. Dat niveau heeft onze rijstproductie nooit gehaald en dat binnen enkele jaren. Suriname heeft eerder een hardere groei gehad van iets meer dan 900 ha naar meer dan 14.000 ha. Dat is een groei van 1.500 procent, in de periode van 1940 naar 1965 dus over 25 jaar. Gemiddeld was het een groei van gemiddeld 60% per jaar. In twee jaar was dat 120% en nu streven we naar een gemiddelde groei van 150% per jaar. Deze cijfers zijn haalbaar en het is goed dat LVV ambitieus is, maar het betekent wel dat de regering de middelen erin moet steken en moet komen tot een duurzaam systeem.
Ter vergelijking: volgens cijfers van de Rice Development Board van Guyana is het actieve rijstareaal van het buurland 225.000 acres groot. Dat komt neer op 91.000 ha. Het beplante rijstareaal is nu dus het drievoudige en Suriname wil dus in 2 jaar naar het niveau van Guyana. We hopen dat LVV deze realistische doelen samen met de boerencoöperaties wel bereikt. Guyana is wel groter dan Suriname: ca. 215.000 vierkante kilometer, terwijl Suriname 164.000 vierkante kilometer is. Guyana is 1.3 maal groter dan Suriname. Wanneer Guyana op 91.000 hectare blijft dan zal Suriname met zijn 80.000 hectare Guyana hebben ingehaald (met 10.000 ha) als gelet wordt op landoppervlakte.