Het gebeurt weer. Vicepesident Ronnie Brunswijk, de coalitiepartner van president Chan Santokhi van de VHP, kan het niet vinden in de samenwerking. Brunswijk sprak eerst een andere taal dan de president over de benoeming van procureur-generaal Gracia Paragsingh, waartoe president Santokhi naar zijn zeggen al opdracht had gegeven.
De vicepresident is nu kwaad op de VHP-fractie, die net als andere partijen een voorstel heeft ingediend voor wijziging van de Kiesregeling. Daarin is opgenomen, dat personen met een strafblad de hoogste functie van het land niet mogen bekleden. En de heer Brunswijk heeft een veroordeling achter zijn naam staan..
Dolk in de rug
Zowel vrijdagavond als afgelopen woensdag, bij de aanvang van de Raad van Ministers, heeft vicepesident Brunswijk zich geuit tegen het voorstel. Hij gaf aan, dat dit niet goed is in de samenwerking. “Niemand kan mij stoppen. Het volk moet kunnen kiezen wie zij wil. Dit soort dingen zijn niet goed in een samenwerking. Men ziet dat wij sterk zijn en men probeert ons uit te schakelen.”
Vrijdagavond zei hij, dat men vergeet wat er in het verleden is gebeurd. Hij noemde zijn bijdrage en die van Paul Somohardjo aan de terugkeer van de democratie. “Ik laat alles aan de Almachtige over want wat de mens ook mag willen, alleen de Almachtige bepaalt wat er moet gebeuren.”
In mei beklaagde hij zich al over de samenwerking in de coalitie. Na een ‘openhartig gesprek’ met president Santokhi waren volgens hem zaken uitgesproken. Hij stelde destijds aan dat er enorme drukking is. Hij gaf aan zaken in de komende tijd te zullen onthullen. Volgens de ABOP-topman worden er geen middelen vrijgemaakt voor goedgekeurde projecten. Ook wordt volgens hem het beleid van de ABOP-ministeries gedwarsboomd. Maar, daarna zei Brunswijk dat er klaarheid was gebracht door de president.