Er zijn de afgelopen dagen berichten verschenen in de internationale media over klimaatverandering en de sneller dan verwachte opwarming van de aarde. Dit zal effect hebben op het niveau waarmee het ijs op de ijskappen smelt en onderdeel wordt van het zeewater. Dat tempo zal zich doen gevoelen in landen als Suriname.
Echter zien we in Suriname geen beweging van de regering om beschermingsmaatregelen te nemen voor het redden van Suriname. Misschien dat er plannen op tafel van de regering of ministeries liggen, maar die zijn bij de bevolking niet bekend. Er zijn in Suriname politieke campagnes gevoerd om het land te redden… niet tegen de echte vijand klimaatverandering, maar tegen mensen. Er is in Suriname weinig besef over de gevaren van klimaatverandering op het dagelijks leven van de mensen in Suriname. Dat heeft ermee te maken dat milieu-instituten als NIMOS en de verschillende kantoren van internationale klimaatorganisaties geen link hebben met de burger van Suriname. Hun belangengroep is de regering en agenten buiten. Men praat ook heel vaak in Engelse termen zonder de zaak in het Sranantongo te vertalen.
Onterecht is daarom de zaak van de klimaatverandering voor de gemiddelde burger een luxeprobleem en een ver van mijn bed show. De gecorrumpeerde instituten als NIMOS dringen niet door tot de Surinaamse bevolking. Die wordt ook de hele tijd door coalitie en oppositie getrakteerd op smakelijke verhalen waardoor die daarmee de handen vol heeft. De algemene scholing van de gemiddelde Surinaamse burger is ook heel laag waardoor zaken als klimaatverandering voor hem niet vatbaar zijn, zeker niet vanwege de wijze waarop onze instituten de zaak brengen. De gemiddelde burger is eerder bezig te klagen over de koers, dat hij geen dollars kan vinden en dat de goederen in de winkel duurder zijn geworden.
We zeggen het de laatste tijd steeds vaker, er is genoeg gepraat en arme slecht geregeerde landen als Suriname zullen moeite hebben om het geld op te hoesten voor bescherming tegen verandering die door andere rijkere landen zijn veroorzaakt. Die landen moeten over de brug komen met het geld. Er zijn politieke leiders die met concrete ideeën komen zoals Mia Mottley van Barbados met haar Bridgetown Declaration. Er is recent een artikel verschenen van de minister van Industrie en Technologie van de Verenigde Arabische Emiraten die de COP28 zal voorzitten in december 2023. Hij is speciaal afgezant voor klimaat en CEO van de Abu Dhabi National Oil Company. Dat is een mooie hybride rol. Het artikel schreef hij samen met de executive director van de International Energy Agency. Daarin geven de heren aan, dat klimaatverandering niet verslagen kan worden door maar in een handvol landen te investeren. De wereld moet samenkomen op COP28 en een rechtvaardige energietransitie financieren menen de heren.
In juni onderstreepte de klimaattop de noodzaak om de kloof op het gebied van klimaatfinanciering te dichten door investeringen te stimuleren in de overgang naar schone energie in opkomende en zich ontwikkelende economieën. Suriname behoort ook tot die landen. Dit is een cruciaal jaar, waarin de internationale gemeenschap woorden met daden moet ondersteunen. COP28 is een cruciaal moment voor landen over de hele wereld om het eens te worden over concrete stappen om te voorkomen dat de 1,5°C-doelstelling buiten bereik raakt en de ergste gevolgen worden vermeden van klimaatverandering. De International Energy Agency blijft wijzen op levensvatbare technologieën voor schone energie om tegen 2030 een grote vermindering van de wereldwijde emissies te bereiken. Om dit doel te bereiken is een breed scala aan technologieën voor schone energie nodig. Maar twee gebieden zijn vooral belangrijk: energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Simpel gezegd, de wereld moet het huidige tempo van de wereldwijde vooruitgang op het gebied van energie-efficiëntie verdubbelen en haar totale hernieuwbare energiecapaciteit verdrievoudigen, schrijven de heren in het artikel. Een grote schaalvergroting van schone energie wereldwijd is van cruciaal belang om de vraag naar alle fossiele brandstoffen te verminderen.
In de afgelopen twee jaar was er een enorme groei van de inzet van zonnepanelen. Ondertussen stijgt de verkoop van elektrische voertuigen in belangrijke markten, warmtepompen vormen een uitdaging voor verwarmingsketels in veel landen, en steeds meer regeringen scharen zich achter energie-efficiëntie. Dit is ook het geval in onze regio. Deze positieve trends alleen zijn nog lang niet genoeg. Hoge kapitaalkosten wegen zwaar op veel potentiële nieuwe schone energieprojecten. Ondanks de golf van zonne-energie blijft de vooruitgang van wind, waterkracht en biobrandstoffen achter. Elektriciteitsnetwerken breiden niet snel genoeg uit om de toename van het aanbod van hernieuwbare energie op te vangen. En de groei van investeringen in energie-efficiëntie zal dit jaar naar verwachting vertragen.
Nog zorgwekkender is dat er wereldwijd een grote kloof bestaat in de financiering die nodig is voor de transitie naar schone energie. Opkomende en zich ontwikkelende economieën zijn goed voor vier vijfde van de wereldbevolking, inclusief alle 775 miljoen mensen die geen toegang hebben tot elektriciteit, evenals de 2,4 miljard mensen die geen toegang hebben tot schone kookbrandstoffen. Dit zijn ook de economieën waar toekomstige emissies grotendeels vandaan zullen komen en waar de kosten voor het verminderen van emissies het goedkoopst zijn. De investering moet ook veel breder worden verspreid over de opkomende en ontwikkelingslanden. Tegenwoordig is het geconcentreerd in een handvol grote economieën. China, India en Brazilië zijn goed voor meer dan driekwart van het totaal. Alleen al China heeft in 2022 100 gigawatt aan zonne-energie ingezet, bijna 10 keer de 11 gigawatt aan zonne-energie die de afgelopen decennia op het hele Afrikaanse continent zijn geïnstalleerd.
Dit alles bewijst al dat Suriname haar spel moet opschalen om te komen aan de middelen die ook wij nodig zullen hebben. Hebben we al onze berekeningen gemaakt? Het lijkt van niet.