Cijfers van de Wereldbank laten zien hoe de toegang tot vast internet en mobiele telefoons nog steeds sterk verschillen over de hele wereld. Terwijl in landen van de eerste wereld mobiele mobiele abonnementen veel groter zijn dan mensen, schommelen ze nog steeds rond de 80-90 abonnementen per 100 mensen in landen als Pakistan, India en Nigeria. De toegang daalt tot 30-50 lijnen per 100 inwoners in Zuid-Soedan, Mozambique of de Democratische Republiek Congo of ongeveer 60 in Afghanistan, Venezuela of Laos.
Niet alle mensen die wel toegang hebben tot een mobiele telefoon in ontwikkelingslanden hebben echter een smartphone. De penetratiegraad was zo laag als 30-40 procent in Pakistan en Nigeria en 47 procent in India volgens NewZoo, waardoor veel mensen nog steeds een functietelefoon gebruiken – waarvan sommige misschien zelfs 4G-compatibel zijn.
Terwijl in armere landen mensen mobiele telefoonabonnementen delen, is dit over de hele wereld gebruikelijk voor vast internet. Breedbandverbindingen bereikten zo hoog als 40-50 lijnen per 100 mensen in Europa en Oost-Azië (en 37 in de Verenigde Staten), terwijl ze elders veel minder waren en in veel ontwikkelingslanden bijna niet bestonden