Wie met belangstelling de rechtszaak rond de Centrale Bank van Suriname (CBvS) volgt, inzake de teleurstelling van ex-governor R. van Trikt en anderen, zal inmiddels wel het gevoel bekruipen dat deze casus op een wankele leest geschoeid is.
Dit alles begon in januari 2020 toen de gewezen minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, in dit kader, uitlatingen deed in het parlement over onder andere afgesloten wurgcontracten en nadelige overeenkomsten, absurd hoge bedragen betaald aan het Belgisch bedrijf Clairfield International (Clairfield), belangenverstrengeling, over facturering bij aankoop van vervoermiddelen bij de CBvS en beleggingen in cryptocurrency.
De gewezen minister gaf tevens aan niets te weten van de uitgevoerde projecten door Clairfield.
Inmiddels, meer dan drie jaar verder, is de gemeenschap bijzonder goed geïnformeerd door verschillende formele instanties, critici en journalisten.
De aantijgingen van het Openbaar Ministerie (OM) opgenomen in de dagvaarding waaronder het opzettelijk financieel nadeel voor de Staat of de Centrale Bank hebben gezorgd, in strijd te hebben gehandeld met geldende voorwaarden of wettelijke voorschriften of procedures, om voor anderen, te weten de Staat, Clairfield International en Orion Assurance and Advisory NV enig onrechtmatig voordeel te hebben gegeven. Tevens heeft het OM aangegeven, dat zij van mening is dat er geen noodzaak voor de Centrale Bank is om deze overeenkomsten aan te gaan danwel geen noodzaak is om de Centrale Bank te verbinden. Het Openbaar Ministerie is van mening dat de uitgevoerde projecten die zijn opgenomen in het Strategisch Beleidsplan niet tot de taakstelling van de Centrale Bank behoren. Daarnaast stelt het Openbaar Ministerie, dat de Centrale Bank geen openbare aanbesteding heeft gehouden en daarmee de beginselen van goed bestuur heeft overtreden.
De raadslieden van de gewezen governor, mr. I. Kanhai en mr. C. Algoe, zijn afgelopen maandag 3 juli aan het woord gekomen bij de behandeling van de CBvS-zaak in Hoger Beroep. Hierbij zijn de aantijgingen van het OM door de verdediging met formele rapportages en documenten onderbouwd, weerlegd. Daarnaast hebben de raadslieden met onder andere getuigenissen van directieleden, bij het onderzoek ter terechtzitting, meer helderheid in deze zaak gebracht.
Wat duidelijk naar voren komt is, dat er geen wurgcontracten zijn getekend en geen nadelige of ongebruikelijke contractvoorwaarden zijn bedongen. Dit wordt ondersteund door het rapport van de onafhankelijke deskundige Kroll, die ingehuurd is door het Openbaar Ministerie. Hetgeen, zoals ook verwoord door mr. C. Algoe, zelf door het OM wordt bevestigd. Zo citeert het raadslid uit het requisitoir van de vervolging: “alhoewel non-refundable fee internationaal gebruikelijk is..”.
Laat het nu net zo zijn, dat in januari 2020 de hele commotie is begonnen met dit begrip en mede daardoor in het parlement is aangegeven dat het om wurgcontracten gaat met absurd hoge fees. De heer Kanhai heeft tevens het jaarverslag van de Centrale Bank gepresenteerd dat in juni 2022 is gepubliceerd. Hierbij toont de heer Kanhai aan, dat de CBvS een winst heeft geboekt in 2019 van 38 miljoen en daarmee aantoont dat er absoluut geen sprake is van benadeling van de CBvS nog van de Staat Suriname. De heer Kanhai benadrukt, dat ook IMF- en IDB-rapportages vol lof spreken over het gevoerde beleid in 2019 met uiteindelijke resultaten van stabiliteit. Het raadslid verwees hierbij naar het artikel IV rapport van IMF met het daarin vermelde inflatie ratio van 4.2% en de economische groei van 2.6% en de historische en unieke prestatie van de Centrale Bank in de gerealiseerde samenwerking met de US FED.
Mr. C. Algoe geeft aan, dat de vervolging steeds heeft vastgehouden aan de uitkomst van het initieel onderzoekje door het advocatenkantoor Naarendorp dat in nog minder dan een week is uitgevoerd zonder hoor en wederhoor en gewoon berust op assumpties die achteraf niet juist bleken te zijn.
“De opdracht aan kantoor Naarendorp tot het opmaken van een rapport heeft plaatsgevonden, zonder een getekende opdrachtbrief door de enige persoon die de Centrale Bank in en buiten rechte mag vertegenwoordigen en te dien einde ook contracten mag aangaan. De governor dus! Ook deze opdracht is niet gestuurd naar de juridische afdeling en er werd geen aanbesteding gehouden”. Deze zaken zijn Van Trikt steeds verweten en er werd nimmer aandacht geschonken aan zijn verweer, dat binnen de CBvS er nimmer aanbestedingen zijn gehouden en dat er geen regel is dat alle contracten naar de juridische afdeling gestuurd moeten worden, anders had de bankdirectie en in ieder geval de Director Legal deze contracten naar de Juridische afdeling gestuurd.
Opmerkelijk is, dat de raadslieden aantonen dat er wel degelijk vergelijkende offertes aanwezig zijn in de Bank en de directie volledig op de hoogte is van de projecten, de contracten en het Strategisch Beleid van de Centrale Bank, maar het Openbaar Ministerie laat deze feitelijkheden achterwege, slechts om een kwade bedoeling te creëren en de gewezen governor te criminaliseren.
Met betrekking tot de vaststelling door de Hulpofficier van Justitie die belast was met het opmaken van het proces-verbaal, waarbij de conclusie werd getrokken, dat de integriteit van de governor in het geding is en dat daarom de Anti Corruptie Wet van toepassing moet zijn, stelt mr. C. Algoe de vraag op grond van welke indicatoren de hulpofficier de integriteit van de heer Van Trikt gemeten heeft.
“Wie moet de integriteit vaststellen/ psycholoog? Kan mag ’t OM? Rechter dat doen? Zijn ze bevoegd? Daarnaast vanwege zijn opleiding en beroep als registeraccountant en econoom staan juist de internationaal geldende integriteitswaarborgen hoog in het vaandel. Er is een tuchtcommissie voor RA’s en een schorsing voor korte of langere termijn heeft desastreuze gevolgen voor hen. Deze integriteitswaarborgen zijn ook ingezet tijdens de procedure bij het aangaan van de contracten met ORION. De waarborgen zijn direct verbonden met de IFAC Code of Ethics. Hoe is de opsporing tot de conclusie gekomen, dat de integriteit van de governor in het geding is, zonder hoor en wederhoor en een specialistische constatering toe te passen? Hier is maar 1 antwoord op. Dit werd rechtstreeks overgenomen uit het rapport van Naarendorp zonder enig nader onderzoek en is de opsporing en vervolging hieraan krampachtig blijven vasthouden”, aldus mr. C. Algoe.
Wat nu de discussie blijkt te zijn komt duidelijk tot uiting in de stukken van de verdediging. De uitleg van enkele projecten door de verdediging bracht duidelijkheid waarom de projecten die uitgevoerd zouden worden door iedereen die getuigenissen had gegeven, als goed gekwalificeerd werden. “Ze leveren namelijk een bijdrage aan de Bank en zijn innovatief voor Suriname. Over het algemeen moeten de projecten zorgen voor diversificatie, versteviging van het instituut, het verhogen van de monetaire reserve, het creëren van werkgelegenheid en zorgen voor evenwicht op de betalingsbalans. Dit naar het model van onder andere Noorwegen, België en Mexico”, geeft de heer Kanhai aan lezende uit enkele voice-app berichten en gepresenteerde documenten.
De verdediging toonde in de rechtszaal een formeel advies van de juridische zaken aan de gewezen governor, inzake de geïnitieerde projecten met daarin de uitleg van de Bankwet. In december 2022 had de juridisch directeur ook bij het Hof reeds kenbaar gemaakt, dat de gewezen governor niet buiten de Bankwet heeft gehandeld.
Bij velen in de maatschappij en internationaal die de zaak aandachtig volgen, worden terecht de volgende vraagtekens opgeworpen: kan het dat een straf wordt gegeven zonder een daaraan voorafgaand wettelijke strafrechtelijke bepaling?,
is de strafrechter bevoegd deze zaak te behandelen waar het gaat om strategische beleidskeuzes die vastgelegd zijn in de strategie van een instelling?,
is het Openbaar Ministerie bevoegd om doelmatigheid en noodzakelijkheid van projecten te vervolgen?.
Wanneer ook nu weer blijkt dat het Openbaar Ministerie wettelijke artikelen uit de Bankwet neemt die absoluut geen strafbepaling hebben, kan op geen enkel moment een beleidskeuze van de governor strafrechtelijk worden vervolgd. Zo heeft Interpol in maart 2022 reeds duidelijk gemaakt, dat beleid en beleidskeuzes nimmer een strafbaar feit opleveren.
De Centrale Bank zaal in het Hoger Beroep wordt op maandag 7 augustus 2023 voortgezet.